Door: Marie P. Prins | Geplaatst: 24 mei 2002

Pseudo-Geneeskruiden

PSEUDO – GENEESKRUIDEN :

NATUURLIJK IS NIET VEILIG

Deze pagina was 10000 maal
bekeken tot en met 9 april 2010

 

Planten zijn een belangrijke bron van geneesmiddelen. Vaak zijn het de traditionele planten zoals de slaapbol (Papaver somniferum, voor opiaten, pijnstillers), de kinaboom (Cinchona ledgeriana, voor kinine tegen malaria), de wilg (Salix) en de moerasspirea (Filipendula ulmaria, allebei voor aspirine, dus ook weer pijnstillers, maar ook ter voorkoming van trombose), de vingerhoedskruiden (Digitalis pupurea, voor digitoxine en Digitalis lanata, voor digoxine bij hartklachten), herfsttijloos (Colchicum autumnale, voor colchicine bij jicht) maar ook gloednieuwe toepassingen zoals vinblastine en vincristine uit de roze maagdenpalm (Catharantus roseus) waardoor kinderleukemie in heel veel gevallen behandelbaar is geworden. Of de effectieve stoffen synthetisch zijn of niet, dit is solide geneeskunde waar niets mis mee is. En de medicijnen uit deze planten vallen onder de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening. Dit zijn dus echte geneeskruiden.Het sprookje dat de reguliere geneeskunde geen gebruik maakt van planten is dus onwaar.

 

Maar er is ook nog een andere toepassing van plantenmiddelen. De kritische Amerikaanse farmacognost Prof. Dr. Varro Tyler gebruikte het woord pseudo-fytotherapie voor het verkopen, meestal met de nodige tamtam, van plantaardige producten waarbij men de indruk wekt dat dit geneesmiddelen zouden zijn. Deze producten zijn dan dus pseudo-geneeskruiden. Hiermee wordt ook in de Benelux enorm veel geld verdiend. En dat terwijl de claims voor het grootste deel gebaseerd zijn op wat men op zijn vriendelijkst onkunde, zware overdrijving en/of misverstand moet noemen. Mogelijk is er ook opzettelijke bedriegerij bij, maar dat is uiterst moeilijk te bewijzen. De onkunde kan zich b.v. uiten in het klakkeloos overnemen van traditionele toepassingen van deze kruiden. En pas op bij het woord ’traditioneel’ ; in Duitsland is alles traditioneel dat in 1978 in gebruik was. En denk er om, dat traditioneel bij inwendig gebruik ook betekent: gebruik als thee. Pilletjes, poeders en capsules zijn niet traditioneel.

Voorbeeld van onkunde of bedrog


Een firma adverteert met het wilgenroosje (Epilobium angustifolium L.) als middel bij prostaatproblemen. Bij de Reclame Code Commissie (RCC) wordt als bewijs voor de werkzaamheid van deze plant o.a. een artikel uit een wetenschappelijk tijdschrift overlegd over een Zuid-Afrikaanse soort, waarin een stof voorkomt die in het laboratorium veelbelovend lijkt te zijn voor dit probleem. De laatste zin van dit artikel luidt echter, dat er nog een lange weg te gaan is voor er van een bewijs van werkzaamheid van deze stof – dus niet perse de hele plant – in de mens gesproken kan worden. De man die dit artikel als bewijs voor de werkzaamheid van het wilgenroosje overlegt voert de titel Dr. med. Is dit nu onkunde of bedrog? De RCC trapte er in ieder geval niet in. Deze manier van adverteren mag niet. Overigens is het wilgenroosje ook geen welbekend traditioneel middel tegen prostaatklachten.

En dan is er nog een tussengebied van plantenmiddelen die mogelijk wel wat doen maar (nog) niet erkend zijn als geneesmiddel omdat een deugdelijk bewijs van effectiviteit en onschadelijkheid ontbreekt. Je zou dit experimentele geneesmiddelen kunnen noemen, behalve dat ze ondertussen wel al met heel veel reclame als werkzaam en veilig (want natuurl;ijk) worden verkocht of eigenlijk met een sterke suggestie van werkzaamheid (zie bij “Wet en regelgeving”). Hierbij zou men kunnen denken aan: sint-janskruid, ook wel johanniskruid genoemd, (Hypericum perforatum), moederkruid (Tanacetum parthenium), knoflook (Allium sativum), en van de meeste toepassingen van ginkgo, (Ginkgo biloba)[i]. Maar het gebruik van echte experimentele geneesmiddelen in de reguliere geneeskunde is voor de patiënt, die immers als proefkonijn wordt gebruikt, in de regel gratis. Maar zo is het beslist niet bij deze kruidenmiddelen. Daar komt nog bij dat bijwerkingen en gevaren niet op de verpakking of bijsluiter vermeld hoeven te worden.

Misverstanden

Waarom kopen mensen eigenlijk kruidenmiddelen? Dat komt onder meer doordat er een aantal misverstanden over kruiden in omloop is.

1) Kruiden zijn natuurlijk en kunnen daarom geen kwaad.
Was het maar waar. De ergste vergiften die de mens kent zijn plantaardige. En dan worden nog niet eens giftige paddenstoelen bedoeld, maar gewone groene planten met blaadjes, bloemen en besjes. Belladonna of wolfskers (Atropa belladonna L) heet in het Engels Deadly nightshade. Net zoals vingerhoedskruid en monnikskap (Aconitum napellus) is het dodelijk giftig. Maar denkt u ook maar eens aan strychnine of blauwzuur; plantaardig, puur natuur, maar dodelijk giftig. Toch zijn de onmiddellijk giftige planten niet de gevaarlijkste; meestal weet men wel dat die giftig zijn. Planten die pas na verloop van tijd problemen geven, zoals de kankerverwekkende pijpbloemen (Aristolochia’s) die de nieren en de urinewegen aantasten of de planten met pyrrolizidine alkaloïden (PA’s) die op den duur de lever vernietigen en vermoedelijk ook nog kanker veroorzaken (o.a. smeerwortel = Symphytum officinale, groot- en klein hoefblad = resp. Petisitus hybridus en Tussilago farfara en kruiskruiden = Senecio‘s) zijn veel gevaarlijker. Speciaal het ongeboren kind is heel gevoelig voor deze PA’s. En alle hier genoemde planten zijn toch echt allemaal traditionele geneeskruiden. Trouwens, valeriaan (Valeriana) is dat ook. Sommige uitheemse soorten valeriaan worden er van verdacht kankerverwekkend te zijn. Weet u wat voor soort er in de valeriaan zit die u in de winkel koopt? Weet u of de valeriaan die u in het tuincentrum koopt een inheemse soort is? En recentelijk is kava kava (Piper methysticum) ook verdacht van leverschade. (Zwitserland, Frankrijk en België hebben de verkoop verboden, in Canada is het publiek gewaarschuwd en werd het geadviseerd voorlopig geen kava kava te kopen [ii] en in Groot Brittannië werd aan de verkopers verzocht het kruid van de schappen te halen. In de USA werd aanvankelijk aan artsen en ander geneeskundig personeel gevraagd om bij leverpatiënten bedacht te zijn op een mogelijk effect van kava kava, maar eind maart werd ook het algemene publiek gewaarschuwd [iii] . Nu, eind oktober 2002 is er in Nederland nog niets gebeurd en wordt er nog ijverig met kava kava geadverteerd.)

Voorbeeld:
Het Belgische afslankdrama. Bij een allervreemdst kruidenmengsel als onderdeel van een afslankkuur werd een Chinese Stephania soort vervangen door een eveneens Chinese Aristolochia soort. Het gevolg was dat ruim 100 meest jonge gezonde vrouwen hun nieren verloren en dat bij ruim 30 van hen ondertussen kanker van de urinewegen is geconstateerd. Of het vervangen van Stephania door Aristolochia een vergissing was (de Chinese namen lijken voor ons westerlingen veel op elkaar) of dat het met de beste bedoelingen opzettelijk is gedaan (want ook in China is Aristolochia een traditioneel geneeskruid) is naar het zich laat aanzien niet meer te achterhalen.

2)De gehele plant of deel van een plant (blad, bloem, zaad, wortel, stengel, bast) is beter dan de geïsoleerde stof.
Dat zou in een enkel geval niet onmogelijk kunnen zijn, maar degenen die dit zo luid verkondigen hebben dat ene geval nooit opgenoemd. Bewijzen ontbreken dus, maar er zijn talloze voorbeelden van het tegendeel:

Voorbeeld: aspirine
Om het effect van 1 aspirientje te krijgen zou je 100 gram wilgenbast van de sterkste, d.w.z. een Amerikaanse, soort moeten innemen. Van de Europese soorten is dat nog meer. Er zullen nauwelijks mensen zijn die daar de voorkeur aan geven. Maar Bayer gebruikte destijds de moerasspirea als grondstof (vandaar de naam aspirine; dat werd dus niet genoemd naar iemands vrouw, dochter of geliefde, maar naar Spirsäure, oftewel salicylzuur). Hoeveel je daarvan moet slikken om het effect van 1 aspirientje te krijgen is behalve aan Bayer niet bekend.
Voorbeeld: vingerhoedskruid.
Twee soorten, de West-Europese Digitalis purpurea L. en de Oost-Europese Digitalis lanata L. bevatten glycosiden, resp. digitoxine en digoxine, die werkzaam zijn bij bepaalde hartklachten. De planten bevatten echter tientallen van deze glycosiden die allemaal min of meer dezelfde werking hebben, maar net niet helemaal dezelfde. En de verhouding tussen deze glycosiden verschilt afhankelijk van de condities bij het telen en oogsten. En omdat beide planten zeer giftig zijn moet de toe te dienen hoeveelheid nauwkeurig bekend zijn. Vroeger zei men dan ook dat vingerhoedskruid net zo veel patiënten doodde als hielp. Later probeerde men het uit op katten.
Dus het sprookje dat voor kruidenmiddelen geen dierproeven worden gedaan is ook nog eens onjuist.
Maar met de geïsoleerde stof weet men precies waar men aan toe is.
Voorbeeld: kinine
De bast van de kina boom (Chinchona ledgeriana) bevat, naast kinine, ook nog een stof die op de darmen werkt en stof die op het hart werkt. De meeste malaria patiënten zullen daar geen behoefte aan hebben.

Voor alle zekerheid: aspirine, digitoxine, digoxine en kinine zijn echte geneesmiddelen, dus niet ‘pseudo’.

3) De signatuurleer.
Zo verouderd, dat het onmogelijk lijkt dat die nog in zwang is. Het is de leer die zegt dat een plant helpt bij het genezen van die organen waar het blad, wortel, zaad of bloem op lijkt. Per ongeluk zou dat misschien nog voor kunnen komen, maar zo’n geval is niet bekend. Longkruid (Pulmonaria officinalis) doet niets voor de longen, ogentroost (Euphrasia) doet nog altijd niets voor de ogen, moederkruid helpt niet bij de geboorte van een kind, en ginseng (Panax ginseng en P. quinquefolius), met een wortel in de vorm van een mannetje, helpt niet bij impotentie. Toch werd er recentelijk in een tijdschrift voor ouderen nog met ogentroost geadverteerd om beter te kunnen zien. Dat is dus echt een geval van ernstige onkunde (of bedrog?).

4) Kruiden hebben geen bijwerkingen.
Daar bedoelt men niet die vergiftigingen en de kanker van 1) mee, hoewel dit toch wel degelijk ernstige bijverschijnselen zijn, maar ‘kleiner’ ongemak. “Ik ben van mijn hoofdpijn af, maar nu speelt mijn maag op” (aspirine). Kruiden hebben echter ook zulke bijverschijnselen.
Maar verkopers en fabrikanten van kruidenmiddelen noemen ze voedingssupplementen. Dan hoeft men bijverschijnselen niet te rapporteren. Dit in tegenstelling tot echte geneesmiddelen waarvan de mogelijke bijverschijnselen bekend gemaakt moeten worden. Zelfs bij de laatste neemt men aan dat er onderreportage is, maar bij de kruiden kan men er zeker van zijn dat bijverschijnselen alleen dan gerapporteerd worden indien er flinke schade optreedt. Zelfs in zo’n geval wordt er door de behandelende arts niet altijd geïnformeerd naar mogelijk kruidengebruik. In een geval in het kruidenvriendelijke maar daardoor ook kruidenbewustere Duitsland duurde het vijf jaar voor een specialist door had dat een verlaagd cyclosporin gehalte in het bloed werd veroorzaakt door het voor hem stil gehouden gebruik van Sint Janskruid.
Veel voorkomend zijn, zoals je met planten mag verwachten, de allergische reacties. Hooikoorts heet niet voor niets zo, ook al kreeg de verkeerde plant de schuld. Speciaal de asterachtigen (composieten voor de ouderen onder ons) zijn berucht om het veroorzaken van allergische reacties. Voorbeelden hiervan zijn Echinacea of rode zonnehoed (Rudbeckia purpurea of Echinacea purpurea) die bij uw tuincentrum Purperen Rudbeckia heet en kamille (Matricaria recutita of Chamomilla recutita of Matricaria chamomilla). Maar speciaal Arnica (Arnica montana)is hierom berucht. Voor sommige mensen kunnen die allergische reacties levensbedreigend zijn. In dat geval kan men eigenlijk nauwelijks van ‘kleiner ongemak’ spreken. Andere kruiden veroorzaken overgevoeligheid voor (ultraviolet) zonlicht, zoals wijnruit (Ruta graveolens), angeliek of engelwortel (Angelica archangelica), lavas (Levisticum officinale) en het tegenwoordig zo populaire St. Janskruid of Johanniskruid. En wijnruit heeft bovendien geen enkele nuttige werking.
Dus : “Baat het niet, dan schaadt het niet” is ook al onwaar.
Nu heeft lang niet iedereen last van dit soort overgevoeligheden. Dit zijn wel de bijwerkingen die de patiënten heel goed zelf direct kunnen opmerken, maar die zij, vreemd genoeg, maar al te vaak niet aan het kruid toeschrijven.

De grens tussen bijverschijnselen en zware vergiftiging is moeilijk te trekken.

Ephedra (meestal verkocht als Ma Huang, soms als zeedruif) bevat efedrine, een ondertussen verouderd middel bij astma. Efedrine is alleen op recept verkrijgbaar, maar Ephedra’s kunt u zo kopen; het zit b.v. nogal eens in afslankmiddelen, en u krijgt er niet bij te horen dat het de bloeddruk verhoogt, de hartslag versnelt, en slapeloosheid veroorzaakt. Dat laatste maakt het populair als ‘uitgaansdrug’. Maar het zorgt wel voor beroertes, hartaanvallen en zelfs overlijden van jonge gezonde mensen. Ook dit is niet bepaald een ‘klein ongemak’. In 2001 waren er in de US 17 gevallen van overlijden bekend als gevolg van het gebruik van Ephedra. Dat hoeft het totale aantal niet te zijn, want tijdens een proces in de USA voor schadevergoeding wegens een beroerte als gevolg van het gebruik van een ephedramiddel voor gewichtsverlies, bleek dat de betreffende firma 3.500 klachten over bijverschijnselen had ontvangen maar aan de Food and Drug Adminstration geen enkel probleem had gerapporteerd. Over onderreportage gesproken!

Soms wordt wat in werkelijkheid een serieus bijverschijnsel is, als gewenst verschijnsel aangeprezen. Kelp wordt dikwijls gebruikt in afslankmiddelen. Het kan van een aantal verschillende zeewieren komen, maar tegenwoordig in hoofdzaak van blaaswier (Fucus vesiculosus). Lekker goedkoop. Werkzame bestanddeel: jodium. Doet niets aan het gewicht, maar kan wel leiden tot hyperthyreoïdie (te sterke schildklierwerking). Daarbij treed o.m. gewichtsverlies op. Het gebruik van kelp zou in dat geval gestopt moeten worden wegens de kans op het ontstaan van hartklachten. Maar daar wordt niet voor gewaarschuwd; integendeel, dat gewichtsverlies is gewenst. Gelukkig zit er in de meeste afslankmiddelen maar heel weinig kelp.

Met dit onderwerp zijn hele boekdelen te vullen en dat is dan ook al gebeurd. Voor verdere voorbeelden wordt u daarom verwezen naar de drie delen van ‘Adverse Effects of Herbal Drugs’ onder redactie van Prof. Dr. P.A.G.M. de Smet. De eerste twee delen zijn ondertussen bijna tien jaar oud, maar zeker niet verouderd, het derde deel dateert van 1997.

Nog meer gevaren

Natuurlijk zijn vergiftiging, het veroorzaken van kanker en allergische reacties ook gevaren. Maar de onderstaande gevaren komen daar nog bij:

1) Het kruidenmiddel komt in de plaats van een effectief geneesmiddel.

Dit is het gevaar bij alle soorten kwakzalverij, maar misschien het grootst bij het gebruik van kruidenmiddelen, omdat men denkt een werkzaam middel te gebruiken en een middel, bovendien, waarvan men verwacht dat het veiliger is dan de standaardmedicatie van de arts. Waarom de arts dit middel dan niet voorschrijft, vraagt men zich kennelijk niet af. Het zou nauwelijks gezegd hoeven te worden, maar dit gevaar is het grootst bij levensbedreigende ziekten waarvoor er werkzame en veilige geneesmiddelen of geneesmethoden beschikbaar zijn.

2) Gevaren bij operaties.

Het is gebleken dat het gebruik van kruidenmiddelen gevaren kan opleveren bij operaties, zoals onverwacht hevige bloedingen, en problemen bij de narcose. Als u enige tijd van tevoren weet dat u onder het mes zult gaan dan kunt u op tijd de chirurg en/of de anesthesist waarschuwen of, nog beter met het gebruik van de kruiden op tijd stoppen. Maar soms komen operaties onverwachts. Zorg er dus voor dat u niet alleen de gegevens over uw medicijngebruik altijd bij u hebt, maar ook over uw kruidengebruik.

In Tabel 1 zijn de boosdoeners vermeld die op het ogenblik bekend zijn, alsook de tijd voor de operatie dat u met het gebruik daarvan dient te stoppen.

TABEL 1 – Minimum tijdsduur tussen een operatie en het stoppen van het gebruik van kruiden.

Ginkgo biloba

Tenminste 24 uur

Knoflook

Tenminste 36 uur

Sint Janskruid

5 dagen

Ephedra’s (Ma Huang, zeedruif)

24 uur

Kava Kavaa)

24 uur

Valeriaan

Tijd nog onbekend

Echinacea

Tijd nog onbekend

Andere kruiden

Bij voorkeur 3 weken

a)& Voorlopig liever helemaal niet gebruiken

Dat van die knoflook slaat niet op het teentje dat u bij het koken gebruikt, maar op de forse hoeveelheden die als medicijn gebruikt worden. Zie ook www.msnbc.com/news/598520.asp?cp1=1 en http://jama.ama-assn.org/. Er zijn aanduidingen dat nog andere kruidenmiddelen ook problemen opleveren, maar deze kruiden zijn minder populair, zodat het verband tussen kruid en problemen niet met zekerheid kon worden vastgesteld.

Het is in het algemeen aan te raden om twee à drie weken voor een operatie te stoppen met het innemen van kruiden. Maar raadpleeg dan toch ook uw apotheker, want het is mogelijk dat de dosering van uw reguliere medicijn(en) is gebaseerd op waarnemingen van uw dokter terwijl u die kruiden gebruikte en waarover u niets hebt willen of durven zeggen. Of waarvan u dacht dat het er niets toe deed.

Op de verpakking van deze middelen hoeft geen waarschuwing te staan, want ze zijn voor normale mensen veilig. Maar dat is vreemd voor middelen waarvoor binnenkort wel een medicinale werking mag worden vermeld. Die middelen neem je niet als je normaal gezond bent. Maar ieder mens kan toch onverwachts op de operatietafel belanden al was het alleen maar door een verkeers- of bedrijfsongeval.

3) Verstoring van de werking van uw reguliere geneesmiddelen en van laboratorium metingen.

Dat kan zowel verzwakking als versterking van de werking zijn en geen van beide is goed voor uw gezondheid. Er zijn tien kruiden die hierbij de meeste problemen hebben gegeven. Uiteraard zijn dat ook alle tien populaire kruiden. Het zijn:

Knoflook, gember (Zingiber officinale), Ginkgo biloba, moederkruid, Ephedra of Ma Huang of zeedruif, ginseng, kava kava, Echinacea of rode zonnehoed, Sint Janskruid, [iv] rode peper of cayenne (diverse Capsicum soorten, o.a. C. annuum en C. frutescens).

Ook hier geldt weer, dat de hoeveelheden van gember, rode peper en knoflook niet de hoeveelheden zijn die u bij het bereiden van de maaltijd gebruikt. U hoeft uw gemberjam, uw sambal en uw teentje knoflook in uw eten niet te laten staan.

Tabel 2 toont de combinaties die u zonder meer dient te vermijden:

TABEL 2 – Te vermijden combinaties van kruidenmiddelen en geneesmiddelen
Moederkruid
Ginkgo biloba
Gember
Middelen die trombose tegen gaan zoals Clopidogrel (Iscover, Plavix), aspirine, of dipyridamol (Persantin).
Sint JanskruidMiddelen tegen depressie, indinavir (Crixivan) tegen AIDS, digoxin (hartmiddel), theophylline (tegen astma),cyclosporin (tegen fstotingsreacties bij transplantaties) of middelen bij chemotherapie bij kanker.
Ephedra’s (Ma Huang, Zeedruif)caffeïne, hartmedicijnen, middelen tegen depressie, stimulerende middelen en middelen tegen slijmvlieszwellingen, zoals bij neusverkoudheid.
Echinacea (Rode Zonnehoed)anabole steroïden, amiodaron (Cordarone) bij hartritme- stoornissen, methotrexaat bij diverse aandoeningen waaronder kanker, ketoconazol (Nizoral) bij schimmelinfecties en met cyclosporin.
Cayenne (Rode peper)ACE-remmers tegen hoge bloeddruk en hartfalen en theophylline.
Kava Kavaa)slaapmiddelen, kalmerende middelen, medicijnen bij de behandeling van de ziekte van Parkinson en middelen tegen angst.

a) Voorlopig liever helemaal niet gebruiken

En ook hier geldt weer: pleeg overleg met uw arts, maar vooral met uw apotheker voor u plotseling met het gebruik op houdt.(zie ook www.mayoclinic.com/invoke.cfm?id=SA00039) Kruiden die niet op deze lijst voorkomen zijn op dit punt beslist niet bij voorbaat veilig of onveilig, maar er zijn gewoon niet genoeg gegevens over beschikbaar. Een lijst van U.S. Pharmacist (www.uspharmacist.com/NewLook/DisplayArticle.cfm?item_num=522) noemt interacties met geneesmiddelen op voor nagenoeg ieder kruid waar je maar aan kunt denken, maar veel van deze interacties zijn theoretisch, dus (nog?) niet daadwerkelijk waargenomen.

Ook hier geldt dat er op de verpakking of de bijsluiter van de kruidenmiddelen hierover niets hoeft te staan. Indien u geen reguliere geneesmiddelen gebruikt is het middel immers veilig? Bij de geneesmiddelen moet een waarschuwing voor de kruiden worden gegeven, net zoals men bij sommige geneesmiddelen wordt gewaarschuwd die niet tegelijk met een grapefruit in te nemen.

Voorbeeld:
Een patiënt gebruikt na een niertransplantatie al tien jaar cyclosporin. Het cyclosporinpeil in haar bloed is al die tijd constant. Dan begint ze op eigen houtje St. Janskruid te slikken zonder dat de behandelende arts dit weet. Het cyclosporinpeil daalde en de dosis cyclosporin werd verhoogd. Na 5 jaar begon de arts aan St.Janskruid te denken als reden voor het verlaagde cyclosporin peil. Het gebruik van St. Janskruid werd gestopt en het cyclosporinpeil kwam terug tot het gewenste. Niet alleen was er een gevaar voor het afstoten van de nier geweest, maar de kosten van de extra cyclosporin om afstoting te voorkomen waren 15.300 Euro (DM 30.000,–). En dat zijn dus gevaren en kosten van het slikken van een kruidenpreparaat. En dat gebeurde in het kruidenvriendelijke Duitsland waar de artsen er zich veel meer van bewust zijn dat hun patiënten kruiden gebruiken dan in de Benelux.

En maar zeggen dat het gebruik van alternatieve geneesmiddelen geld uitspaart bij de reguliere

geneeskunde.

4) Gebrek aan gegevens.

Dit heeft vele aspecten, o.m. de onbekendheid van de werkzame stof, zodat men niet eens kan opgeven op welke hoeveelheid ervan het kruid gestandaardiseerd is; slechte kwaliteitscontrole met als gevolg vervuiling; etiketten die niet juist weergeven wat er in een pil, capsule of een pakje zit; verwisseling van planten; verkeerd advies in de bijsluiter (als er al een bijsluiter is) of bij de reclame; toevoeging van reguliere geneesmiddelen zonder dit op het etiket te vermelden.

De sterkte van een kruid is erg afhankelijk van de omstandigheden tijdens de teelt en tijdens de oogst. Daarom bevat 100 gram sint-janskruid niet altijd dezelfde hoeveelheid van de werkzame stof, zelfs als het van dezelfde firma komt. Nu is die werkzame stof bij sint-janskruid niet met zekerheid bekend; het is zelfs niet bekend of het wel werkzaam is. [v] Men dacht dat het hypericine was, maar later kwam juist hyperforine naar voren. Mogelijk geven ze samen de gewenste werking. Dat maakt het op dit moment (oktober 2002) onmogelijk om de juiste dosis te bepalen. Maar als er op het etiket staat dat het kruid gestandaardiseerd is op een bepaalde hoeveelheid hypericine dan weet u tenminste hoeveel u daar van naar binnen krijgt.

Hoewel, al te erg kun je daar ook weer niet op vertrouwen. Bij een recent onderzoek van knoflook producten in de VS kwam naar voren dat de hoeveelheid allicine, de werkzame stof in knoflook, niet altijd was aangegeven. En als het al aangegeven was, klopte dat niet met de werkelijkheid. Knoflook is spotgoedkoop. Vandaar waarschijnlijk dat verschillende producten juist veel meer allicine bevatten dan werd vermeld. Daarentegen bevatte een kwart van de producten minder allicine dan voor ook maar enige werkzaamheid noodzakelijk was. Kortom, u weet niet waar u aan toe bent. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit in Nederland anders is.

Slechte kwaliteitscontrole leidt o.m. tot het op de markt brengen van vervuilde producten; vervuiling door insecten, pesticiden, zware metalen en synthetische geneesmiddelen! Spirulina (meestal Spirulina maxima of S. platensis maar andere soorten worden ook gebruikt) is een soort blauwgroene alge die als schuim om het water drijft. Bij droogte vormt het een laagje op de bodem dat bij hongersnoden in o.a. Tsjaad gegeten wordt. Maar het wordt ook verkocht als een afslankmiddel! En verder nog als een wondermiddel tegen bijna alles wat je maar bedenken kunt. Ooit werd gedacht dat het de enige plant was die voor vitamine B12 kon zorgen, dus onmisbaar was voor veganisten en macrobioten. Echter Spirulina is ook geliefd bij insecten die op hun beurt weer door vogels worden gegeten. De verontreiniging met minimale stukjes insecten, veertjes en de ontlasting van deze dieren bleek de bron van de B12 te zijn. Eet u smakelijk. Er is ook Spirulina die geteeld wordt in een beschermde omgeving en waarvan beweerd wordt dat die vrij van vervuiling is. Je vraagt je wel af hoe men de insecten weet te weren. Met bestrijdingsmiddelen?

Verontreiniging met zware metalen komt nogal eens voor bij Oosterse kruiden; bij Ayurvedische medicijnen als gevolg van de manier van bereiden en in Chinese kruiden omdat men er geneeskrachtige werking aan toeschrijft. Bij deze kruiden komt het ook het meest voor dat er reguliere geneesmiddelen aan toegevoegd worden zonder dat dit op het etiket vermeld wordt, maar ook bij Westerse kruiden komt dit echter keer op keer voor. Recentelijk waarschuwde Health Canada – Santé Canada tegen het gebruik van maar liefst zeven middelen van het Amerikaanse BotanicLab omdat er geneesmiddelen in zaten waarvoor een recept nodig was, zonder dat dit op het etiket was vermeld.
Maar waarom zou je daarvoor naar Canada gaan. In Nederland gebeurt het ook nog steeds. In de Nederlandse kranten van 11 november 2002 verscheen een berichtje dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg een grote partij Sigra-tabletten in beslag had genomen. Dit was een sexueel stimulerend middel dat voor 100% uit natuurlijks kruiden zou bestaan. Echter het bevatte sildafenil, ook bekend als Viagra en gamma-ammine-boterzuur.Die combinatie is gevaarlijk zei het IGZ. Maar Viagra alleen kan dat ook zijn voor mensen met b.v. hartkwalen. Vandaar dat er een recept voor nodig is.

Bij commerciële teelt van kruiden komen nogal eens bestrijdingsmiddelen te pas die niet altijd grondig verwijderd zijn. Diezelfde teelt, waarbij machinaal geoogst wordt, leidt ook nogal eens tot de aanwezigheid van een ongewenste plant, zoals vingerhoedskruid bij smeerwortel (de jonge bladeren lijken veel op elkaar). Maar zelfs op “overlevingstochten” onder deskundige leiding is dit voorgekomen; dus het zelf zoeken van de kruiden in de vrije natuur is ook al geen oplossing voor dit probleem.

Ginseng is nogal duur; het duurt minstens zes jaar voor men de wortel kan oogsten en ondertussen moet je nog dag en nacht waken tegen diefstal. En ja hoor, zowel in Duitsland als in de Verenigde Staten vond men dat in een flink aantal verpakkingen veel minder ginseng zat dan op het etiket stond. In een aantal gevallen zat er helemaal geen ginseng in; in een daarvan was er cafeïne toegevoegd om toch maar wat pep te geven. Maar het is wel lekker verdienen. En dat is geen onkunde meer, maar regelrecht bedrog.

Kruidenmengsels

Tot nu toe werden bijna alleen middelen besproken waarin slechts één kruid werd verwerkt. Maar er zijn heel veel kruidenmengsels op de markt. In de regel zijn deze mengsels volkomen onzinnig. De meeste mengsels zijn nooit uitgeprobeerd en in de regel zit er zo weinig van ieder kruid in de pil of capsule dat enige effectiviteit onwaarschijnlijk wordt. Soms wordt dit opgelost door een groot aantal pillen per dag voor te schrijven. En dan hebben we het nog niet eens over de kans dat de verschillende kruiden elkaar kunnen beïnvloeden.

Traditionele Chinese en Tibetaanse middelen zijn in de regel mengsels. De Tibetanen gebruiken nooit een enkel kruid, maar tenminste drie of vier kruiden en er zijn mengsels met 130 kruiden. Ook bij de traditionele Chinese Geneeskunde zijn mengsels normaal. De toegevoegde kruiden zijn soms om de smaak te verbeteren, soms om de giftigheid te verminderen, soms om de werking te verbeteren, soms om bijwerkingen tegen te gaan, enz. Deze aanpak was in het verleden in het westen ook normaal. Het Oude Vrouwtje van Shropshire had een mengsel van zo’n 20 kruiden dat hielp tegen waterzucht. Door zorgvuldige proeven leidde William Withering (1741 – 1799) af dat vingerhoedskruid het effectieve deel van dit mengsel was. Zijn publicatie van deze proeven was de eerste publicatie van een zorgvuldig onderzoek naar een geneesmiddel. Kennelijk had ook de oude vrouw ook nog steeds genoeg vingerhoedskruid in haar mengsel gedaan, want haar thee werkte echt. Van de huidige mengsels kan dat niet gezegd worden.

Ook worden kruiden nogal eens gemengd met homeopathische middelen. Zowel vanuit het standpunt van de homeopathie als vanuit de fytotherapie is dit volslagen zinloos. Wat dacht u van een mengsel van vijf homeopathische produkten en vier kruiden; het giftige hulst (Ilex aquifolium)dat een licht diureticum (vochtafdrijvend middel) zou kunnen zijn, heermoes (Equisetium arvenses)is eveneens een licht diureticum, maar heeft als nadeel dat het thiamine (vitamine B1 ) uit het voedsel verwijdert, kalmoes (Acorus calamus) zou de spijsvertering kunnen verbeteren maar bevat β-isoasarone, een kankerverwekkende stof waarvan in Nederland niet meer dan 1 mg/kg in snacks mag voorkomen en niet meer dan 0,1 mg/kg in overige eet- en drinkwaren, en tenslotte vrouwenmantel (Alchemilla vulgaris), waarvan geen enkele werking bekend is. En al dat fraais zou goed zijn bij reuma – correctie: bij stijve spieren en gewrichten. Denk om de KAG regels (zie aldaar)!

W A A R S C H U W I N G ! !

Een bijzonder gevaarlijk mengsel is ephedra (zoals MaHuang of zeedruif) met cafeïne (zoals koffie, guarana of – al dan niet groene – thee).Vaak worden hier nog andere kruiden en vitamines toe gevoegd. En het is allemaal erg NATUURLIJK! Ze worden in hoofdzaak gebruikt als afslankmiddelen, maar ook als pep middelen, dus tegen vermoeidheid en het verbeteren van de sportieve prestatie. In vele landen zijn middelen die ephedra’s bevatten alleen op recept verkrijgbaar, want de ephedra’s bevatten efedrine en voor zuivere efedrine moet men ook in Nederland een recept hebben. Maar bij ons en in de VS niet zo lang het nog in de plant zit. En in de VS hebben deze middelen reeds vele doden veroorzaakt. In vijf jaar 33 bij de strijdkrachten en nog eens een stuk of vijf bij de American Football spelers. Binnen deze twee organisaties is het verbruik verboden en in de PX – speciale winkels voor de strijdkrachten – worden ze niet meer verkocht. De Football clubs controleren ook op eventueel gebruik. Omdat er geen centrale registratie is van de gewone burger slachtoffers, zijn hiervoor geen echt betrouwbare getallen beschikbaar. Maar alle schattingen liggen toch boven de 100. Het jongste slachtoffer tot nu toe is een jongen van 16 jaar, kern gezond en football speler in zijn high school elftal. In Nederland zijn geen gevallen bekend, maar als een arts er niet mee bekend is zal er bij een hartstilstand gewoon een verklaring van een natuurlijke dood worden gegeven. Fabrikanten van deze middelen hebben in de VS inmiddels moeite om letselschadeverzekering te krijgen.

Het middel PC-SPES (PC staat voor Prostate Cancer en spes is het Latijnse woord voor hoop) leek aanvankelijk erg veelbelovend voor het opgegeven doel. Het bestaat volgens de fabrikant uit een mengsel van zeven Ayurvedische en Chinese kruiden. En het werkte. Echter toen een groep Tsjechische medische wetenschapper het middel eens extra grondig analyseerden bleken er twee werkzame synthetische medicijnen in te zitten, alsmede een bloedverdunner. En dat niet alleen; de hoeveelheid van de werkzame stoffen verschilde ook nog eens iedere keer. [vi] De werkzaamheid van dit middel was dus niet gebaseerd op eeuwenoude Oosterse wijsheid maar op moderne Westerse farmacie.

Het meest dwaze mengsel in de Benelux is waarschijnlijk de ‘Zweedse Kruiden’; maar liefst negen kruiden, maar dat is nog niets; ze worden gecombineerd met Theriak, een mengsel van 70 à 80 (of soms nog meer) kruiden. Het is een mengsel dat aanbevolen wordt door de Oostenrijkse Maria Treben die je met recht een gifmengster kunt noemen. Indien de 9 kruiden in gelijke hoeveelheden aanwezig zijn dan zijn de Zweedse Kruiden waarschijnlijk ongevaarlijk en onwerkzaam, tenzij als laxeermiddel (wat zijn kwakzalvers daar toch gek op). Van andere Maria Treben voorschriften voor het gebruik van kruiden kan dit helaas niet gezegd worden.

Een speciale vermelding verdient Kombucha, de Mantsjoerijse zwam, die geen zwam is, maar een symbiose van gisten en bacteriën. Maar gisten zijn planten, dus hoort Kombucha hier thuis. De lijst van wat het allemaal zou genezen is te lang voor dit artikel. Kombucha wordt in een soort piramide systeem verspreid, want je hoort een stukje er van te krijgen van een vriend en daar dan met een erg zoete en erg slappe thee een nieuwe voorraad van te kweken. Verkoop brengt de verkoper voor zijn hele leven ongeluk. Blijkbaar is ongeluk niet zo erg, want het wordt in de Benelux en Duitsland wel degelijk verkocht. Het blijkt giftig te zijn voor de lever, het is heel licht antibiotisch en om die twee redenen niet geschikt voor dagelijks gebruik. Want dat hoor je te doen, elke dag wat van de thee te slikken. En omdat het eigen brouwsel niet altijd in een steriele omgeving wordt gemaakt, komt vervuiling met diverse giftige schimmels, zoals de Aspergillus soorten ook nog al eens voor. Sommige soorten zijn dodelijk, andere veroorzaken kanker. Het geheel is dus een sterkte afrader.

Tenslotte is daar ook nog het gebrek aan vakbekwaamheid van de mengers (of van hun leveranciers), zoals tot uitdrukking kwam in het geval van de vergiftiging met Sterrenmix, een kruidenthee. De fabrikant had er de giftige Japanse steranijs (Illicium anisatum) in gebruikt in plaats van de Chinese soort (llicium verum). [vii] Of van de fabrikant die ogentroost toevoegde aan een middel dat het gezicht zou moeten verbeteren. Maar dat laatste was, voor zover bekend, tenminste niet gevaarlijk.

Wet- en regelgeving

Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Sinds 1 februari 2001 is in Nederland het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten van kracht. Dit besluit betreft drie groepen kruiden, (1) kruiden die aristolochiazuur bevatten; (2) kruiden die pyrrolizidine alkaloïden (PA’s) bevatten en (3) een algemene lijst van gevaarlijke kruiden.

Kruidenpreparaten waarin planten zijn verwerkt die aristolochiazuur bevatten, en dat zijn alle Aristolochiaceae, moeten vrij zijn van aristolochiazuur of derivaten daarvan. Je mag pijpbloemen (Aristolochia clematitis L.) dus wel gebruiken, maar eerst alle aristolochiazuur er uit halen. De hele plant kan dus beslist niet meer, want die veroorzaakt nierschade en kanker. Dit werd kennelijk ineens heel dringend gevonden. Vreemd, want sinds 1992 was de invoer van Aristolochiaceae in Europa al verboden. Maar er zijn twee inheemse Aristolochiaceae, de bovengenoemde pijpbloem en de mansoor (Asarum europaeum L.), allebei traditionele geneeskruiden die men daarom ook in hoofdzaak vindt in de buurt van oude kloostertuinen. Maar die heeft men dus nog bijna tien jaar kunnen gebruiken na dat invoerverbod. Er bestaan overigens sterke vermoedens dat er illegale import plaats vond – en misschien nog wel plaats vindt.

De planten van twee andere lijsten in dit besluit kregen nog een half jaar uitstel. Met ingang van 1 augustus 2001 mochten kruidenpreparaten die pyrrolizidine alkaloïden (PA’s) bevatten alleen nog verkocht worden indien er niet meer dan 1μgram per kg resp. liter PA’s in voorkomen. PA’s beschadigen de lever en worden ervan verdacht kankerverwekkend te zijn. Bij deze planten zijn ook enkele bij de pseudo-kruidkundigen geliefde traditionele geneeskruiden, zoals groot hoefblad, klein hoefblad, de kruiskruiden, heliotroop (alle soorten Heliotropium) en vooral de smeerwortel. Men verwacht blijkbaar dat indien de hoeveelheid PA’s zo veel verlaagd is dat dan zelfs de meest verwoede gebruiker in zijn hele leven minder PA’s in zijn lever opslaat dan gevaarlijk is. De PA’s worden namelijk niet door het lichaam afgevoerd; ze worden in de lever opgeslagen. Met deze beperking liep Nederland niet bepaald voorop. In Canada en in het geneeskruidenvriendelijke Duitsland waren dit soort beperkingen er allang. Sterker nog, in Canada mag smeerwortel, de meest populaire van deze lijst, helemaal niet als kruidenmiddel verkocht worden. Dat had men eigenlijk ook in Duitsland willen doen, maar de smeerwortel was zo geliefd en is zo’n algemeen voorkomend onkruid, dat men bang was voor illegaal gebruik. Daar heeft men echter de consumptie van PA’s per dag beperkt. Bovendien dient men de smeerwortel niet langer dan 6 weken per jaar te gebruiken zeggen de Duits autoriteiten. Geen idee hoe men dit controleert, maar die beperking geldt in Nederland dus niet.

En ook per 1 augustus 2001 is een hele lijst van planten verboden voor gebruik in kruidenmiddelen omdat deze planten een gevaar voor de gezondheid opleveren. Dat zijn o.m. de al eerder genoemde monnikskap, wolfskers en de beide vingerhoedskruiden. Nogal wat planten van deze lijst zijn bronnen van reguliere geneesmiddelen, zoals de vingerhoedskruiden, maar ook de herfsttijloos. Voor dat doel mogen ze uiteraard nog wel gebruikt worden. Maar bij de reguliere toepassing wordt nooit de hele plant

of een onderdeel daarvan gebruikt, doch alleen de geïsoleerde werkzame stof die waar mogelijk ook nog synthetisch is. De Ephedra’s, zoals Ma Huang en zeedruif staan hier niet bij. Ze worden door de Keuringsdienst van Waren onderzocht waarbij men vooral nagaat of de gestelde dagdosis van 90 mg efedrine-alkaloïden niet overschreden wordt. Health Canada – Santé Canada stelt de dagdosis echter op 25 mg per dag. Maar Canada had dan ook kort geleden doden ten gevolge van het gebruik van Ephedra’s en dan wordt men voorzichtiger. Bovendien heeft Health Canada -Santé Canada het publiek gewaarschuwd voor deze producten en dan speciaal de mensen met hoge bloeddruk, hartproblemen en diabetes. Het probleem is dat veel mensen met hoge bloeddruk rond lopen zonder het te weten, want hoge bloeddruk is maar al te vaak symptoomloos. En dit geldt zelfs voor diabetes. Het lijkt er niet op dat dit soort waarschuwingen in Nederland door regulier werkende artsen zullen worden gegeven.

Er moet met ingang van 1 januari 2002 voor kruidenpreparaten een gebruiks- of doseringsadvies gegeven worden indien ze als eet- of drinkwaren worden verkocht. Indien het geen eet- of drinkwaren zijn dan moet er bovendien nog een lijst van ingrediënten, en de naam en adres van de fabrikant of handelaar verstrekt worden. Voor de eet- en drinkwaren geldt al het Warenwetbesluit Etikettering, waarbij dit al geregeld is.

Per 1 januari 2003 moet een bewering over de werking of eigenschappen kunnen worden bewezen door middel van objectieve gegevens waaruit die werking of eigenschap blijkt. Dat lijkt niet meer dan redelijk, maar in de toelichting blijkt dat een van die objectieve gegevens een ESCOP (European Scientific Cooperative on Phytotherapie) monografie kan zijn. Dat is afgrijselijk, want veel van deze monografieën zijn van een uiterst laag wetenschappelijk peil, zo men het woord “wetenschappelijk” er al voor kan gebruiken. De gebruikte referenties zijn o.m. kwakbladen als het Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde of Erfahrungsheilkunde. En toch worden deze monografieën in een adem genoemd met gerenommeerde tijdschriften. Daar voelt een mens zich niet erg veilig bij. De ESCOP-monografieën zijn geliefd bij pseudo-kruidenfirma’s, dus dan weet je al uit welke hoek de wind waait. Zouden er nog kritische farmacognosten geraadpleegd zijn bij het schrijven van het Kruidenbesluit? Vreemd is ook dat werkingen wel vermeld mogen worden, maar bijwerkingen kennelijk verzwegen kunnen worden. Het woord bijwerking komt men in het Kruidenbesluit niet tegen. Dit is omdat het een onderdeel van de Warenwet is. De kruidenmiddelen vallen onder voedsel. Dat moet van zichzelf veilig zijn en waarschuwingen horen er niet bij thuis. Maar niet alle kruidenmiddelen zijn voedsel:

Voorbeeld: Arnica
Arnica, wolverlei, of valkruid (Arnica montana L.) Traditioneel wordt het uitwendig gebruikt bij verstuikingen en kneuzingen. Ook traditioneel is inwendig gebruik, maar wegens de sterke giftigheid van de plant verdedigen zelfs pseudo-kruidenkundigen dit gebruik niet meer en waarschuwen ze zelfs tegen het gebruik van Arnica bij een beschadigde huid. Ook is de plant nogal sterk allergeen dus is ze voor flink wat mensen ook bij uitwendig gebruik niet bruikbaar. Echt wetenschappelijk bewijs in de vorm van dubbelblinde, gerandomiseerde proeven met controlegroepen is nooit gepubliceerd. In de indrukwekkend lange lijst van publicaties in de ESCOP monografie worden die dan ook niet vermeld. Desondanks beweert de monografie dat Arnica niet alleen helpt bij kneuzingen en verstuikingen, maar ook bij reumatische klachten! En dat terwijl zo’n puur traditionele en uiterst bijgelovige bron als M. Grieve: A Modern Herbal toch echt alleen maar de toepassing bij kneuzingen en verstuikingen vermeldt [viii] . En vroeger hadden mensen toch echt ook reumatische klachten. (zie ook http://www.botanical.com/botanical/mgmh/a/arnic058.html)
Mag dit kruid in 2003 verkocht worden als werkzaam bij kneuzingen, verstuikingen en reuma op basis van de ESCOP monografie en hoeft het gevaar bij gebruik bij een beschadigde huid en het gevaar voor allergische reacties niet vermeld te worden? In de USA wordt Arnica beslist niet ten onrechte een gevaarlijk kruid genoemd.

En hoe zal het in de nabije toekomst gaan met Ephedra’s met minder dan 90 mg efedrine-alkaloïden per dag? Zonder waarschuwing voor mensen met hoge bloeddruk, hartklachten of diabetes?

Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG)

De kruidenpreparaten worden verkocht als voedingssupplementen (met uitzondering van zalfjes e.d.) en zijn zonder meer gezondheidsproducten. Dat betekent dat er flinke restricties zijn op wat men in een advertentie kan beweren; met name mag men voor deze produkten geen medische claims maken, want dan vallen ze onder de geneesmiddelen. Deze produkten kunnen niet als geneesmiddelen worden geregistreerd omdat de bewijzen voor veiligheid en werkzaamheid ontbreken. Echter, gezondheids-claims mogen wel. De uitwerking van de regels voor het adverteren van gezondheidsproducten wordt gedaan door de KOAG/KAG die ook zorgt voor de naleving van deze regels. KOAG/KAG staat voor Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen/Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsartikelen. Het is een zogenoemd ‘zelfregulatie-orgaan’. De aangesloten organisaties zijn: KNMP, NPN, NEHOMA, Neprofarm, NUV (groep NDP), Pharmacon en VEA, d.w.z. fabrikanten, importeurs, verkopers, uitgevers en reclame-vakmensen, maar geen consumenten. Deze ploeg is er, en dat is begrijpelijk, op uit om het adverteren van de gezondheidsproducten zo gemakkelijk en effectief mogelijk te maken, zonder de wet te overtreden. Zoals u zult zien zijn ze daar heel succesvol in. Een farmaceutisch inspecteur van de Inspectie voor de Volksgezondheid noemde de door de KOAG/KAG uitgegeven ‘Leidraad’ dan ook “een gebruiksaanwijzing voor het ontduiken van de wet”.

Het onderscheid tussen gezondheidsclaims en medische claims is uiterst vaag. Hier volgen een paar voorbeelden:

ToegelatenNiet toegelaten
om scherp te zien
verzorging van lipblaasjes
om vrijer te ademen door de neus
goed voor hart en bloedvaten
goed voor de bloeddruk
voor een verantwoord cholesterolgehalte
bij ontsierende aderen
stimuleert de stoelgang
voor een sterke blaas
voor een goede vochtbalans
voor een normale menstruatie
tegen wazig zien
koortslip/-blaasjes/-uitslag
vrijmaken neus
gunstige werking op hart en bloedvaten
een goede bloeddruk
een normaal cholesterolgehalte
spataderen
trage darmwerking
zwakke blaas
ontwaterend
voor een probleemloze menstruatie

De toegelaten termen hebben betrekking op het in stand houden van een normale gezondheid zegt de Keuringsraad.

Het toezicht van de KOAG/KAG is preventief. Iedere reclame voor gezondheidsproducten moet aan de regels van de Keuringsraad voldoen. Deze regels worden nog vaker overtreden dan de maximale snelheid in het verkeer. Er zijn zelfs adverteerders die brutaalweg in de advertentie zetten: “Goedgekeurd door KOAG/KAG” zonder dat ze zelfs maar een advertentie overlegd hebben. En dan niet één keer, maar bij herhaling. Formeel hoort de Keuringsraad ook naar het waarheidsgehalte van de advertentie te kijken, maar daar is hij al in geen jaren meer aan toe gekomen. Ook het rechtstreeks behandelen van klachten door privé personen werd enkele jaren geleden gestopt. Dat loopt via de Reclame Code Commissie.

De Keuringsraad kan van weigerachtige firma’s een boete heffen en hij heeft dat in het verleden wel eens gedaan.

Reclame Code Commissie

De meeste mensen zijn wel bekend met de Reclame Code Commissie (RCC), eveneens een zelfregulatie-orgaan, maar één aspect van het werk van de Commissie is minder bekend. De RCC kan geen eigen initiatief ontwikkelen. Ze kan alleen optreden nadat er een klacht is ontvangen. Als er niet geklaagd wordt kan de adverteerder met de grofste leugens evengoed tot het einde der dagen door gaan.

Niet alle klachten worden in behandeling genomen; de klachten moeten reëel zijn. Een reden om over advertenties voor gezondheidsproducten te klagen is hun onwaarheid, want advertenties moeten waar zijn. En daar schort het bij de advertenties van gezondheidsproducten nogal eens aan.

Maar na het indienen van de klacht wordt er eerst nagegaan of de taal van de advertentie wel in overeenstemming is met de Leidraad van de KOAG/KAG. Is dat niet het geval, dan wordt de advertenties afgewezen, ook zou al de inhoud verder de zuivere waarheid zijn.

Van de brief van de klager wordt een kopie gestuurd naar de adverteerder en van diens antwoord wordt weer een kopie naar de klager gestuurd. Soms houdt daarmee het schriftelijke gedeelte op, soms gaat het uitwisselen van de kopieën nog even door. Daarna komt de zitting van de RCC waar zowel de klager als de adverteerder hetzij persoonlijk hetzij via een afgevaardigde aanwezig kan zijn. En tenslotte komt de uitspraak. Dit alles neemt in de regel een maand of drie. Als de RCC zegt dat de reclame niet aan de Nederlandse Reclame Code voldoet en dat de adverteerder zo niet meer moet adverteren gebeurt dit dan ook? Dat hangt er van af. De RCC kan geen sancties opleggen, maar moet het geheel hebben van de vrijwillige medewerking van de adverteerder en van de publiciteit. Maar in eerste instantie wordt het blad waarin de verkeerde advertentie werd geplaatst niet eens op de hoogte gebracht van klacht noch beslissing. Pas bij recidive wordt er tot het uitgeven van een persbericht overgegaan. En zelfs dan gaat dat niet altijd automatisch ook naar het blad waar de advertentie in stond.

En de advertentie die in een blad in een deel van het land verdween blijkt elders gewoon te blijven verschijnen. Sommige van deze adverteerders zijn uiterst hardnekkig. Maar gelukkig niet allemaal.

Een probleem met de RCC is dat het bewijs dat wordt gevraagd rechtskundig bewijs is en dat is heel wat anders, meestal lichter, veel lichter, dan wetenschappelijk bewijs. “In reclame gebruikte getuig-schriften, attesten of verklaringen van deskundigen dienen op waarheid te berusten en in overeenstemming te zijn met recent aanvaarde wetenschappelijke inzichten”.( Art. 8 van de Nederlandse Reclame Code). Maar een rechtskundige zal vaak niet in staat zijn om die “overeenstemming met recent aanvaarde wetenschappelijke inzichten” te kunnen beoordelen. Dit leidt een enkele keer tot eigenaardige oordelen, met name wanneer de deskundige niet zo deskundig is als op het eerste gezicht wel lijkt, b.v. een anesthesist die acupunctuur beoefent.

Conclusie

Die veilige, onschuldige, probleemloze kruiden blijken dat dus helemaal niet te zijn. En de wettelijke bescherming van de consument laat nog veel te wensen over. Het is voor gezonden, noch zieken aan te raden om kruidenmiddelen naast of in plaats van reguliere geneesmiddelen te gebruiken. Er zijn ernstige bijwerkingen te verwachten, terwijl een genezend effect in de meeste gevallen dubieus is. Van reguliere middelen zijn de eventuele nadelen veel beter bekend. Tal van zakenlieden proberen het publiek met misleidende reclame te verleiden tot consumptie van hun middeltjes. Wie er inloopt zal onherroepelijk een teleurstelling ervaren. Het is pure kwakzalverij!

Tot besluit echter een klein stukje eerherstel van één “geneeskruid”, namelijk absint alsem (Artemissia absinthium). Nee, dit kruid moet u echt niet gaan gebruiken voor het opwekken van een abortus of voor het verdrijven van ingewandswormen. Daarvoor zijn er tegenwoordig veiliger en effectievere methoden. Maar absint alsem werd ook verantwoordelijk gesteld voor de verslaving aan en het delirium als gevolg van de consumptie van de likeur absint. Maar bij een drank met zo’n 60 à 80% alcohol had je echt geen absint nodig om die verslaving en het delirium te verklaren. Toen absint in vele landen verboden werd wees menigeen er al op dat absintisme toch wel heel erg leek op alcoholisme. En bovendien bleek Pernod of Ricard met anijs als smaakstof een prima vervanger van absint. Toch heeft men pas tegen het einde van de 20e eeuw eindelijk eens uitgerekend hoeveel absint men moest drinken voor men het effect van de α-thujone uit de absint alsem kon voelen. Absint alsem heeft een heel erg sterke smaak en er is erg weinig voor nodig om niet alleen absint, maar ook vermouth en Chartreuse hun smaak te geven. Het resultaat was: op dat moment kon men niets meer voelen omdat men dan al lang gestorven was aan alcohol vergiftiging. Als smaakstof is absint alsem redelijk veilig.

_____________________________________

Geraadpleegde literatuur:

Federspiel, K en Herbst V. Die andere Medizin, Berlijn, Stiftung Warentest, 1996

Foster, S. en Tyler, V.E. Tyler’s Honest Herbal, 4e druk, Binghamton, NY, USA, The Haworth Press, 1999. .

Huxtable, R.J. Hoofdstuk 10: “The Toxology of Alkaloids in Foods and Herbs” van Food Poisoning, deel 7 van Handbook of Natural Toxins, New York, Marcel Dekker, Inc.

Jellin, J.M., Gregory, P., Batz, F., Hitchens, K. et al. Pharmacist’s Letter/Prescriber’s Letter Natural Medicines Comprehensive Database,4e druk, Stockton, CA, USA,: Therapeutic Research Faculty; 2002. ISBN 0-9676136-6-3 (www.naturaldatabase.com – echter alleen voor abonnees)

Keppel Hesselink, Jan M., “Herbals of ecodrug. Natuurlijk, veilig en effectief? Vergeet het maar!” Medisch Contact; 8 januari 1999. 54, nr. 1, 20 – 22

Mann, J. Murder, Magic and Medicine, Oxford,, Oxford University Press, 1996

de Smet, P.A.G.M, “De keerzijde van alternatieve middelen”, Geneesmiddelen bulletin: 1993; 27: nr. 1, 1 – 4.

Stamets, P. “My Adventures with the Blob”, Mushroom the Journal, Winter 1994-95, 5-9

Tsarong, T.J. Tibetan Medicinal Plants, Kalimpong, WB, India, Tibetan Medical Publications,1994

Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten, Staatsblad 2001 56

Leidraad Keuringsraad KOAG/KAG, 11e druk, november 2000

Ned. Reclame Code, januari 2002

Websites:

www.Quackwatch.com

www.fda.gov

www.ftc.gov

www.hc-sc.gc.ca

www.herbalwatch.com

www.naturaldatabase.com

www.bfarm.de (Bundesinstitut für Arzneimittel und Medizinprodukte)

 

Nieuwsbrief

De Digitale Nieuwsbrief van de VtdK houdt u regelmatig op de hoogte van nieuwe artikelen op deze site.

Marie P. Prins

Marie Prins is een gepensioneerd elektrotechnisch ingenieur die bij ongeluk in de kruiden is gerold. Ze wilde weten of en hoe ze de absint alsem in haar (keuken)kruidentuin veilig kon gebruiken. Daardoor kwam ze er achter hoe vreselijk moeilijk het is om betrouwbare informatie over kruiden te krijgen, zeker waar het kruiden betreft die al dan niet terecht de naam hebben genezende werkingen te hebben. Ze is daarna op zoek gegaan naar die informatie. Ze heeft ondertussen flink wat goede informatie gevonden maar is nog steeds op zoek naar iets in het Nederlands.

Gerelateerde artikelen

artikelen - 18 mei 2019

VtdK-opinie in NRC: China’s promotie van de eigen ‘traditionele’ geneeskunst dient vooral een commercieel doel.

artikelen - 02 november 2017

Kruidengeneesmiddelen kunnen ‘homeopathisch’ of ‘fytotherapeutisch’ zijn. Wat is het verschil? Werkt het ook? De clue zit in de verdunning.

tijdschrift - 29 maart 2017

Hoe de systeembiologie door kwakzalvers die kruidenmengsels maken, gekaapt is.