Door: C.P. van der Smagt | Geplaatst: 28 mei 2001

Alternatieve Geneeswijzen

Onder alternatieve geneeswijzen verstaat men behandel- en/of onderzoeksmethoden die niet aan Nederlandse universiteiten worden onderwezen. In de afgelopen 40 jaar heeft het alternatief behandelen een enorme groei en bloei doorgemaakt. Meer dan 15% van alle Nederlanders maakt wel eens gebruik van de diensten van een alternatief genezer.

Vóór 1960 waren de alternatieve geneeswijzen (toen nog gewoon kwakzalverij genoemd) op de vingers van één hand te tellen, tegenwoordig onderscheidt men er al meer dan 300 en nog altijd worden door handige zakenlieden nieuwe methoden verzonnen. Met geuren, kleuren, bloemen, muziek, hypnose, dieet, prikken, steken, wrijven, knijpen, strijken, branden, licht, elektriciteit, magneten, thee, water, kruiden, voedingssupplementen, homeopathische en antroposofische middelen, ja zelfs met urine en fecaliën en, niet te vergeten natuurlijk, met meditatie en gebed zou volgens de beloften van de genezers de moderne mens van elke denkbare kwaal verlost kunnen worden.

In 1969 waren er in ons land naar schatting 500 onbevoegde genezers actief (vervolging op grond van de Wet op de Uitoefening van de Geneeskunst kwam toen al bijna niet meer voor), thans spreekt men al van tussen de 12.000 en 14.000 ‘alternatieve zorgverleners’. Opmerkelijk is dat zich tegenwoordig in dit gezelschap meer dan 1000 artsen bevinden.

Het staat niet precies vast wat de alternatieve mode de gemeenschap kost; de schattingen lopen uiteen van één à twee miljard per jaar. Er wordt wel beweerd dat deze kosten (meer dan) goed gemaakt zouden worden door bezuiniging op de reguliere zorg. Dit is nooit overtuigend aangetoond. Hoe het ook zij, veel gezonder lijken de consumenten van alternatieve zorg niet te worden, want uit CBS-gegevens blijkt dat ze even vaak naar medische specialisten worden verwezen als patiënten uit de reguliere zorg en dat ze zelfs meer gebruik maken van huisarts en fysiotherapeut en bovendien meer medicijnen slikken dan patiënten die van alternatieve behandelingen niets willen weten.

Hoewel men consumenten van alternatieve zorg aantreft in alle lagen van de bevolking, ziet men belangstelling voor alternatieve behandelmethoden significant vaker bij relatief hoog opgeleide, relatief welvarende, relatief jonge (tussen de 30 en 60 jaar), particulier verzekerde vrouwen met klachten ten gevolge van psycho-sociale problematiek. De propaganda van de genezers richt zich vooral op deze doelgroep, waarbij men inspeelt op vaak al bestaande chemofobie, hang naar het natuurlijke, weerstand tegen bêta-wetenschappen en afkeer van een al te materialistische levenshouding.

De term alternatieve geneeskunde dateert uit de zeventiger jaren toen de commissie Muntendam werd ingesteld om de maatschappelijke betekenis van het verschijnsel te onderzoeken. Aanvankelijk leken de genezers heel tevreden met de kwalificatie alternatief, waarvan de suggestie uitging dat ze een volwaardige vervanging van de reguliere geneeskunde konden bieden. Maar toen er meer negatieve publiciteit kwam (ernstige ongelukken, heftige discussies in medische kringen) probeerde men zonder veel succes termen als ‘additieve geneeskunde’ en ‘niet-conventionele geneeskunde’ in te voeren. In de Vereniging tegen de Kwakzalverij houden we ons maar aan de inmiddels voor iedereen vertrouwde term alternatief.

Hoewel er tegenwoordig een waanzinnig groot aantal alternatieve behandelwijzen wordt onderscheiden, zijn de meeste ervan terug te voeren op, of combinaties van zes hoofdstromingen: natuurgeneeswijzen, homeopathie, antroposofische geneeswijze, acupunctuur, manuele geneeswijzen en paranormale geneeswijzen.

Tot dusver is van geen enkele alternatieve geneeswijze overtuigend aangetoond dat er therapeutische successen mee te behalen zijn, die uitgaan boven het placebo-effect. Wat overtuigde aanhangers ook mogen beweren. Door voor- en tegenstanders wordt er bij herhaling op aangedrongen om naar de verschillende geneeswijzen groots opgezet, methodologisch perfect onderzoek te verrichten om eens en vooral de controverse te beslechten. Weinigen realiseren zich dat bij een positieve uitkomst de alternatieve status van de geneeswijze verloren zal gaan omdat ze geadopteerd zal worden door de reguliere geneeskunde, terwijl er bij een negatieve uitkomst niets verandert omdat de voorstanders er toch niet van te overtuigen zijn dat hun methode niet werkt. In de Vereniging tegen de Kwakzalverij is men van mening dat kostbaar wetenschappelijk onderzoek alleen verantwoord is om een zinvolle hypothese te toetsen, niet voor het weerleggen van a priori absurde denkbeelden.

C.P. van der Smagt

Studeerde van 1955 tot 1963 geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na een klinische stage van twee jaar was hij gedurende 30 jaar werkzaam als huisarts. Hij publiceerde diverse artikelen over alternatieve geneeswijzen en schreef op verzoek van de stichting Skepsis een boekje over homeopathie. Hij is thans gepensioneerd.

Gerelateerde artikelen

artikelen - 13 oktober 2024

Op zaterdag 5 oktober vond het jaarlijkse symposium van de VtdK plaats. Dit jaar was het thema 'Wie beschermt de patiënt?' Bekijk de video’s van de lezingen hier:

artikelen - 15 juni 2024

Ondernemersnetwerk Bewust Haarlem van Tino van Heusden maakt tegen betaling reclame voor kwakzalvers in de stad.

podcasts - 14 februari 2024

Cees Renckens was te gast bij de podcast Op je gezondheid om te praten over kwakzalveritus, ook wel 'kwakzalverij' genoemd.