Door: de Webredactie | Geplaatst: 27 juli 2009

De grote Gröning

Maandblad tegen de Kwakzalverij, 72.8 (augustus 1957), p. 1

De grote Gröning

Bruno Gröning, West-Duitslands Kwakzalver No. 1, heeft terechtgestaan voor de strafkamer van de rechtbank te München. Wereldoorlog II naderde zijn einde en Gröning de veertig, toen hij – naar zijn zeggen althans – tot zijn genoegen bespeurde, dat mensen met wie hij sprak zich ‘beter’ voelden, … en zich prompt als wondergenezer vestigde: niets meer, maar vooral ook niets minder dan dat.

Goocheme Gröning pakte zijn nieuwe broodwinning handig aan en weldra liep de zaak gesmeerd. ‘Patiënten’ en pecunia stroomden toe. Zijn barbier leverde hem een ‘Apostelfrisur’ en met deze indrukwekkende haardracht hield hij massabijeenkomsten, waar hij kwistig zijn geneesmiddelen uitdeelde, te weten foto’s van zichzelf en propjes zilverpapier. Duizenden lieten zich door deze holle humbug begoochelen, overigens een bij onze Oosterburen niet onbekend verschijnsel.

Ten slotte greep de justitie de brallende Bruno in de kraag van zijn modieuze jasje en Gröning belandde voor de groene tafel van zijn rechters. De Officier van Justitie legde hem twee dingen ten laste. In de eerste plaats zou verdachte zich als arts hebben aangediend, als zodanig zijn opgetreden en dus onbevoegd de geneeskunst hebben uitgeoefend. In de tweede plaats zou hij de achttienjarige tbc-patiënte Ruth Kuhfuss hebben gezegd, dat zij alleen op hem moest vertrouwen en onder geen beding een arts mocht raadplegen; het meisje riep inderdaad geen medische hulp in en stierf.

Als getuige-deskundige verklaarde een arts uit München, dat het meisje bij behandeling met chemo-therapeutische middelen een goede kans op genezing zou hebben gehad. De moeder van het slachtoffer (haar vader was kort na haar overleden) verklaarde, dat Ruth een blind vertrouwen in Gröning had gehad, die haar inderdaad tegen elke medische hulp had gewaarschuwd. Gröning ontkende zulks en de rechtbank sprak hem wegens gebrek aan bewijs van dit deel der tenlastelegging vrij. Wegens diverse gevallen van onbevoegde uitoefening der geneeskunde werd hij tot 2000 mark boete veroordeeld, hetgeen voor deze schatrijk geworden kwakzalver slechts een grijpstuiver betekent.

De publieke tribune was gevuld met honderden ‘Gröningers’, die donderend applaudisseerden toen verdachtes raadsman vrijspraak vroeg. De getuigen die belastende verklaringen hadden afgelegd, kregen het tijdens de zittingspauze zwaar te verduren. Toen kwakzalver No. 1 na de zitting vertrok, omstuwden juichende volgelingen de glanzende automobiel van hun afgod. Frau Gröning lachte: ‘Over een weekje zitten we in Parijs.’ Want dank zij de domheid en wanhoop der goedgelovigen leiden de Grönings een luxueus bestaan, dat betaald wordt met het geld en soms met het leven van hun klanten.

 

Zie voor de originele versie de aangehangen pdf (rechtsboven).

 

 

 

de Webredactie

Gerelateerde artikelen

tijdschrift - 30 augustus 2007

Korte samenvattingen van de artikelen verschenen in het AtdK 113.3

tijdschrift - 24 mei 2002

Actieblad mei 2002 jaargang 113, nr.3.

page - 24 mei 2002

Op 2 maart 2002 schreef de voorzitter van de VtdK, C.N.M. Renckens, de volgende brief aan prof.dr. G. Kootstra, decaan van de medische facultiet van de Universiteit Maastricht: “Met enige ontsteltenis en plaatsvervangende schaamte nam de Vereniging tegen de Kwakzalverij kennis van de door uw faculteit geboden gastvrijheid aan de Bruno Gröning sekte. Dit twijfelachtige […]