Hoeveel niet-reguliere artsen zijn er eigenlijk?
De zes clubs van niet-reguliere artsen doen zich belangrijker voor dan ze zijn. Ze overdrijven hun omvang, en in een recent document gaat het hoofdstukje over de opkomst van de niet-reguliere genezerij uitsluitend over hoe talrijk ze nu zijn.
In augustus 2008 publiceerde een zestal organisaties van niet-reguliere artsen een ‘positionpaper’ (PP) getiteld Complementaire Geneeskunde (CAM), effectief, veilig en patiëntgericht: De betekenis van de complementaire geneeskunde in Nederland. De aanleiding was een tweetal aangekondigde overheidsmaatregelen, namelijk de btw-heffing op ‘alternatieve geneeskunde’ en de herregistratie van artsen; de niet-reguliere artsen vrezen de eisen die daarbij gesteld worden. Met dit PP willen enkele organisaties van niet-reguliere artsen aantonen dat zij een factor van belang zijn in de medische wereld. Zij vragen om erkenning van dit feit, bijvoorbeeld door een officieel register.
Meer over het PP in: De roze bril van de homeopathie
De onwaarheden van de CAM
Het PP maakt dit allemaal niet waar. Het wemelt van de ongefundeerde beweringen, en onder andere overdrijft het PP het belang van de niet-reguliere genezerij door artsen. Zo staat er te lezen (pag. 4 sectie 3): ‘In Nederland zijn ruim 1200 artsen lid van een van de verenigingen van complementaire geneeskunde die het onderhavige document hebben opgesteld.’ Dit is onjuist. De zes artsenclubs die het PP steunen hebben samen maar ongeveer 880 artsen en tandartsen op hun websites staan, als de meervoudige adressen en lidmaatschappen verrekend worden (wat de opsteller van het PP niet gedaan heeft). Navraag leerde dat er nog 200 overige leden zouden zijn die niet of niet irregulier praktiseren of die geen arts zijn. De VHAN heeft bijvoorbeeld naar verluidt ook dierenartsen en tandartsen als lid, maar die staan niet op hun lijst van te consulteren homeopathische artsen. Buiten deze achterban van het PP heb ik nog eens naar schatting 470 artsen en tandartsen gevonden die hun niet-reguliere activiteiten vermelden in diverse adreslijsten, websites en dergelijke. Zo staan er in de Geneeskundige Adresgids circa 300 artsen vermeld als niet-regulier actief, en dezelfde bron vermeldt er nog eens ruim 100 die elders hun niet-reguliere belangstelling laten merken.
Die 880 is fors minder dan de 1200 alternatieve artsen die het PP suggereert. Het voorwoord van het PP rept van ‘een kleine actieve groep bestrijders’ van de niet-reguliere behandelwijzen, waarmee natuurlijk de VtdK bedoeld wordt. Welnu, de VtdK telt onder haar leden ruim 900 artsen en tandartsen (en nog bijna eens zoveel anderen), dus als dat als ‘klein’ wordt aangemerkt, dan is de achterban van het PP ook maar klein.
Het PP schildert de niet-reguliere geneeskunde af als een wijdverbreid verschijnsel. Zo wordt gesuggereerd dat in heel Europa het aantal acupuncturisten het aantal chirurgen ruimschoots overtreft. Dat is als men artsen met artsen vergelijkt in Nederland beslist niet waar. Er zijn in Nederland ruim 1300 praktiserende algemene chirurgen en nog geen 500 arts-acupuncturisten, van wie zeker 70 boven de pensioengerechtigde leeftijd. Niet-reguliere geneeskunde door artsen is in Nederland een marginaal verschijnsel. Er staan in Nederland ongeveer 75.000 artsen en tandartsen in het BIG-register, en dus is nog geen 2 procent van hen niet-regulier.
Het is evenwel correct dat na 1960 de niet-reguliere genezerij door dokters flink gegroeid is. Deze werd vroeger voornamelijk beoefend door oogluikend gedoogde kruidenvrouwtjes en strijkers en slechts een doodenkele arts. Het PP citeert het CBS, en merkt op dat tegenwoordig jaarlijks 11 procent een niet-reguliere behandelaar bezoekt; daarin is het bezoek aan de eigen huisarts voor welk doel dan ook meegerekend, dus ook voor pilcontrole en dingen die gewoon regulier behandeld worden. Er zijn nu eenmaal geen homeopathische anticonceptiva. De eigen huisarts niet meegerekend is het percentage 7 procent, zoals het PP ook zegt. Dit percentage was vroeger veel lager, maar toen werd het misschien niet goed geteld. Het PP vertelt er niet bij dat die 7 percent al ongeveer vijftien jaar stabiel is, terwijl het aantal niet-reguliere huisartsen al heel lang dalende is. In 1993 was bijna 10 procent van alle huisartsen niet-regulier, nu is het nog maar 2 procent, te weten circa 265 van de 12.500 (ik heb van alle 1350 door mij gevonden niet-reguliere artsen in het BIG-register opgezocht of ze huisarts of zo waren). Er zijn overigens ook reguliere huisartsen die wel eens homeopathische middelen bij wijze van placebo voorschrijven.
Allegaartje
De zes genoemde artsenverenigingen vertegenwoordigen een aantal belangrijke niet-reguliere stromingen, maar zelfs binnen hun eigen richting omvatten ze lang niet alle leden van die stromingen. Zo zijn er nog bijna 200 andere arts-acupuncturisten dan de 306 van de NAAV en ruim 100 arts-homeopaten buiten de 286 van de VHAN. De ABNG-2000 vertegenwoordigt eigenlijk niet een echte richting, want de leden passen, afgaande op wat ze op hun eigen websites en dergelijke vermelden behalve de technieken uit de andere vijf clubs ook nog een allegaartje aan methoden toe: ayurveda, bioresonantie, bloesemtherapie, celtherapie, chelatietherapie, colonhydrotherapie, allerlei vormen van ‘energetische geneeskunde’, enzymtherapie, fytotherapie, immuuntherapie, kinesiologie (diagnose door spiertesten), kleurentherapie, levendbloedanalyse, mayrtherapie (darmreiniging), medische astrologie, moermantherapie, natuurgeneeskunde, neurolinguïstisch programmeren, niet-toxische tumortherapie, orthomoleculaire therapie, ozontherapie, psycho-neuro-immunologie, reflexzonetherapie, thymustherapie, urinetherapie. Behalve de 79 ABNG-2000-artsen die een of meerdere van deze methoden toepassen, zijn er circa 200 anderen die dat ook doen. Daarenboven zijn er nog artsen die doen aan anti-aging, avatar, chiropraxie, craniosacraaltherapie, cuppen, Cursus Wonderen, EMDR, Emotional Freedom Technique, enneagram, familieopstellingen, flebologie, guasha, haptonomie, holopathie, KISS, ontspanningstechniek, paranormale geneeskunde, oorkaarsen, osteopathie, qigong, radiësthesie, regressie- en reïncarnatietherapie, simonton, sivas, sjamanisme, tenenlezen en vortexhealing.
Overigens zijn de hoofdstromingen zelf ook weer onderverdeeld, want er zijn verschillende soorten homeopathie, sommige acupuncturisten doen er ooracupunctuur en laseracupunctuur of traditionale Chinese geneeskunde (TCM) of tuina bij. Nogal wat irreguliere artsen, onder wie een kwart van de acupuncturisten van de NAAV, bezondigen zich behalve aan onwerkzame behandelingen ook nog aan bizarre diagnostiek met wichelroedes al dan niet vermomd als elektrische apparaten, meer in het bijzonder elektrodermale tests zoals elektroacupunctuur volgens Voll, Bicom, Vega, Bioresonantie. Zulke fantasiediagnostiek kan leiden tot uiterst schadelijke behandelingen; ook werd Millecam door middel van dit type diagnostiek op het idee gebracht dat ze geen kanker had. Van de orthomanuele artsenorganisatie NVOMG zijn zowel manuele artsen lid die zich beperken tot een soort fysiotherapie voor rugklachten, als aanhangers van de stroming die meent dat vele ziekten, waaronder geestesziekten, voortkomen uit scheefstand van wervels.
Afbrokkelende status
Als er een register komt voor niet-reguliere artsen dat aantoont dat zij over meer competentie beschikken dan een niet-arts (een fysiotherapeut of een willekeurige leek) die zich in een van die therapieën heeft bekwaamd, dan zal die meerdere competentie ergens uit moeten blijken. Maar omdat die therapieën gespeend zijn van natuurwetenschappelijke en medisch-experimentele onderbouwing kan er geen opleiding voor zijn van wetenschappelijk niveau, maar slechts een systeem waarin de ene gelovige de andere verder inwijdt in de een of andere vorm van nep.
Wat die groei in de laatste paar decennia van de vorige eeuw veroorzaakt heeft, is niet zo duidelijk. Mensen bezoeken nu eenmaal alternatieve genezers om allerlei redenen. Kwakzalverij is van alle tijden, maar het is betrekkelijk nieuw dat ook artsen op enige schaal therapieën aanbieden waar de universiteit haar neus voor ophaalt. Overheidsmaatregelen om het aantal niet-regulier werkende huisartsen te bevorderen hebben waarschijnlijk invloed gehad. De opbloei van de contacten met China in 1972, net toen het grootschalige acupunctuurbedrog daar op bevel van Mao Zedong in volle gang was, heeft de acupuntuur waarschijnlijk bevorderd. De afbrokkelende status van artsen en geestelijken en gezagsdragers in het algemeen kan ertoe hebben bijgedragen dat enerzijds patiënten op zoek gingen naar arts-goeroes, en anderzijds het voor sommige artsen ook aantrekkelijker werd die rol te spelen. De enorme prestaties van de geneeskunde hebben wellicht verwachtingen geschapen, waardoor patiënten niet geloven dat er aan sommige aandoeningen weinig of niets te doen is, en zelfs niet dat vele klachten na verloop van tijd minder worden.
Nieuwsbrief
De Digitale Nieuwsbrief van de VtdK houdt u regelmatig op de hoogte van nieuwe artikelen op deze site.
Gerelateerde artikelen
De Nederlands-Vlaamse Accreditatie-organisatie wint kwakzalversprijs
artikelen - 03 oktober 2024De NVAO krijgt Meester Kackadorisprijs 2024 vanwege goedkeuring van een eerste bacheloropleiding osteopathie, kwakzalverij.
Lees meerAcupunctuurvereniging bestookt basisschoolleerlingen met foute informatie
artikelen - 01 oktober 2024Een folder voor de basisschool van acupuncturistenvereniging NVA waarin het woord wetenschap ontbreekt, geschreven door een astrologe. Kan het gekker?
Lees meerNeo Clinics zet nutteloze vitamine-infusen
artikelen - 27 september 2024Vitamine-infusen, magneetpuls behandeling bij depressie en ozontherapie, het kan allemaal in de Neo Clinics-winkels van basisarts Ingmar Blom in Heiloo en in Volendam.
Lees meer