Louis Bolk Instituut draait op volle toeren
Het Louis Bolk Instituut slaat haar tentakels uit door allerlei alternatieve behandelmethoden te promoten met hulp van o.m. universiteiten.
Het waren roerige tijden voor het Louis Bolk Instituut (LBI). Na vier decennia op landgoed De Reehorst in Driebergen heeft het instituut haar hoofdkantoor verplaatst naar een bedrijventerrein in Bunnik. De verhuizing ging gepaard met een reorganisatie ten behoeve van een ‘efficiëntere bedrijfsvoering’. Met het oog op de toekomst wil men de wensen van de markt beter begrijpen. Er zijn door de efficiëntieslag drie arbeidsplaatsen verdwenen, meldt het jaarverslag.
De veranderingen hebben diepe financiële sporen achtergelaten. Voor 2017 was een winst van 104.244 euro begroot, het feitelijke resultaat werd een verlies van 91.965 euro (voor belastingen). De organisatie schreef het jaar ervoor ook al rode cijfers. Oorzaak: minder project – en subsidiebaten en de verhuizing. De stichting heeft de klap opgevangen uit het eigen vermogen, een kleine miljoen euro. Ondertussen lijkt de marktoriëntatie zijn vruchten af te werpen. Dankzij een groeiende omzet boekte het instituut in 2018 weer een positief resultaat van 481.707 euro (voor belastingen).
Twijfelachtige studies
De in 1976 opgerichte ‘kennisorganisatie’ werkt op antroposofische grondslag. Antroposofie is een maatschappelijke stroming, geïnspireerd op het werk van Rudolf Steiner. Vaagheid troef met zinnen zoals antroposofie is “een oefenweg die het geestelijke in ieder mens wil verbinden met het geestelijke in de wereld. De antroposofie komt tegemoet aan concrete vragen die het leven ons kan stellen en probeert die te beantwoorden door een innerlijke, meditatief-kunstzinnige verdieping”, definieert de Antroposofische Vereniging de holistische kijk op het leven. Biologisch-dynamische landbouw is een van de zichtbare uitlaatkleppen.
Landbouw, gezondheid en voeding behoren tot het onderzoeksgebied van het Bolk-instituut dat verder alternatieve behandelwijzen promoot en twijfelachtige (homeopathische) studies verrichtte bijvoorbeeld naar kalverdiarree. Prof. Dr. Ing. Jan Willem Erisman is sinds 2012 de bestuurder van het LBI. Hij is van huis uit chemisch-technoloog en bijzonder hoogleraar Integrale Stikstofstudies aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Erisman is lid van de Gezondheidsraad. Het LBI heeft een vijftigtal medewerkers in loondienst en nog eens 27 freelancers. De meesten hebben een universitair diploma.
Onlangs verscheen op deze website nog een stuk over een keuzecursus ‘alternatieve geneeskunde’ die het instituut heeft ontwikkeld voor de medische faculteit van de Universiteit Utrecht. Tweedejaarsstudenten krijgen tijdens deze cursus kennis voorgeschoteld over acupunctuur, homeopathie, antroposofische geneeskunde en integrative medicine. Het is een van de projecten van het LBI. De webredactie bekeek de opvallendste projecten van de afgelopen twee jaar. Het leverde een aantal onverwachte samenwerkingspartners op.
Integrative Medicine
Onderzoekers van het LBI werken op dit moment bij het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven. Daar wordt in samenwerking met het Van Praag Instituut een Integrative Medicine (IM)-behandelmodule ontwikkeld, als aanvulling op de bestaande zorg. Deze is bedoeld voor patiënten die revalideren na een hart- of longbehandeling. Op zijn website legt het instituut uit: ‘Bij revalidatie in het ziekenhuis ligt de focus van de zorg vaak op het fysieke herstel en gedragsverandering van de patiënt. Aspecten zoals het mentale welbevinden en zingeving krijgen daardoor minder aandacht. Complementaire zorg, zoals mindfulness, yoga of acupunctuur, kan patiënten extra mogelijkheden bieden om te werken aan herstel en het vergroten van eigen resilience.’ Het Medisch Centrum hult zich in stilzwijgen. Vragen van de webredactie, bijvoorbeeld over welke heilzame werking wordt verwacht van acupunctuur, blijven onbeantwoord.
In 2018 publiceerde het LBI een onderzoek naar de werking van yoga op vermoeidheid bij vrouwen met borstkanker, een tak van sport die overigens weinig met antroposofie van doen heeft. Drie postdocs van het LBI deden er aan mee. Hun artikel verscheen in The Journal of Alternative and Complementary Medicine (JACM). Twaalf weken lang kregen 47 deelneemsters – die allen chemotherapie ondergingen – één keer per week een yoga-sessie aangeboden. Deze vrouwen werden vergeleken met een controlegroep bestaande uit 36 vrouwen, die alleen de ‘standaardzorg’ ontvingen. De uitkomst van de studie is dat yoga geen effect heeft op vermoeidheid. Het LBI meent niettemin dat de resultaten ‘hoopvol zijn maar nog niet doorslaggevend’ en adviseert vreemd genoeg “verder onderzoek”.
Grote moeite
De uitgevoerde studie is geen toppertje. De onderzoekers hadden grote moeite om voldoende studiedeelnemers bij elkaar te krijgen. Oorspronkelijk was het plan om binnen twee jaar 104 vrouwen te werven bij één ziekenhuis, te weten het St Jansdal in Harderwijk. Maar na het verstrijken van deze periode was slechts de helft van het vereiste aantal participanten geworven.
Daarom ging men op zoek naar patiënten in het Alexander Monro Ziekenhuis te Bilthoven (overigens een gespecialiseerd ziekenhuis) en het Flevoziekenhuis in Almere. Ook hier ging de inclusie niet van een leien dakje. Na vier jaar werd genoeg genomen met 83 deelnemers: een kleiner aantal dan – op basis van statistiek – was gewenst.
Dit project heeft zo’n 140.000 euro gekost. Het werd betaald door Pink Ribbon, een organisatie die fondsen werft voor borstkankeronderzoek. Pink Ribbon opereert sinds 2016 als zelfstandig merk van KWF Kankerbestrijding. Woordvoerder Mischa Stubenitsky verwacht niet dat er op korte termijn een vervolg komt. ‘Uit de interventie blijkt dat yoga niet significant bijdraagt aan verbetering van kwaliteit van leven. De onderzoeksgroep heeft aangegeven dat deze interventie niet zal worden geïmplementeerd. Er is geen vervolgfinanciering aangevraagd.’ Het advies van Bolk-instituut wordt dus genegeerd.
Behandelcentrum Brabant, dat hulp levert aan ouderen, gaf het LBI in 2017 opdracht uit te zoeken of visualisatieoefeningen het herstel van ouderen met een knie- of heupprothese zouden bevorderen. Ook hier: de antroposofie is ver te zoeken. Drie zorginstellingen binnen de geriatrische revalidatiezorg – Volckaert, De Riethorst Stromenland en Schakelring – fungeerden als proeftuin Revalidatie In Beeld. Het vier weken durende programma bestaat uit acht oefeningen: drie ontspanningsoefeningen, vier verbeeldingsoefeningen (‘inbeelden van een normaal looppatroon’) en een oefening gericht op het verminderen van pijn. De oefeningen hadden weinig tot geen effect op slaapgedrag of herstelduur. En ook werd er geen significante invloed op pijn gevonden.
Reiki tegen pijn
LBI heeft ook interesse in de allerkleinsten. In 2017 werd de website Keuzehulp complementaire zorg gelanceerd met daarin complementaire behandelingen tegen pijn bij kinderen met kanker. De digitale informatiegids werd gemaakt in samenwerking met de Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker, het Van Praag Instituut én de Stichting Kinderoncologie Nederland (SKION). Laatstgenoemde is een partnerschap van de afdelingen kinderoncologie van academische ziekenhuizen.
Kinderoncoloog Wim Tissing van SKION: ‘Ik had nog nooit gehoord van het Louis Bolk Instituut. Toen wij bericht kregen dat ze bezig waren met een onderzoek naar complementaire behandelmethoden, dacht ik: daar kunnen we dan maar beter bij zijn. Het is in alle gevallen beter om samen te werken, zo kunnen we voorkomen dat er onzin wordt verspreid. Uit onderzoek weten we dat ongeveer 40 procent van onze patiënten in enige mate gebruik maakt van complementaire zorg. Meestal vertellen zij dat niet tegen hun arts. Ons doel is om goede voorlichting te geven – zo’n keuzehulp ondersteunt daarbij.’
Volgens het LBI zou het gaan om veilige en ‘evidence based’ behandelingen. Daarbij worden er tips geboden om met de behandelend arts te spreken over complementaire methoden. ‘In het project Keuzehulp Complementaire Zorg zijn vijf complementaire methoden bij pijnklachten van kinderen met kanker als gevolg van ingrepen, als betrouwbaar naar voren gekomen. Dat zijn: hypnotherapie, mind-bodytechnieken, massage, therapeutic touch en muziektherapie.’
Wie de moeite neemt om wat verder te kijken ontdekt echter al snel dat bewijsvoering voor het effect van ‘therapeutic touch’ (handoplegging) – een soort reiki – flinterdun is. De aanbeveling is gebaseerd op één studie uit 2013, uitgevoerd op Honolulu waaraan slechts negen respondenten deelnamen, die in twee ongelijke groepen werden ingedeeld. De uitval was erg groot. Het LBI zelf omschrijft de kwaliteit ervan als LOW. ‘Het vervelende aan evidence based is dat je ook kunt zeggen dat iets werkt als er, zoals in dit geval, slechts één studie is die dit aantoont,’ zegt Tissing. ‘Belangrijk is dan wel om dat goed te communiceren. Als het gaat om complementaire behandelmethoden is het voor ons van belang om een scheiding aan te brengen tussen evidence based methoden én de onbewezen behandelmethoden. Van sommige zaken, zoals hypnotherapie, is gewoon aangetoond dat het werkt. En sommige dingen werken aantoonbaar niet, die moet je dan ook zeker niet aanbevelen.’
Absurd en obsoleet
Het kennisinstituut omarmt behandelmethoden die allang als absurd en obsoleet worden beschouwd. Toch is dit voor universiteiten geen reden om een samenwerking uit de weg te gaan. Zo organiseert het LBI niet alleen een keuzecursus ‘alternatieve geneeskunde’ Voor de Universiteit Utrecht, ze slaan ook geregeld de handen ineen met onderzoekers van de Wageningen Universiteit. Wat in 2006 en 2010 resulteerde in een nominatie voor de Meester Kackadorisprijs van de Vtdk. De Wageningse professor Huub Savelkoul kreeg in 2012 een individuele nominatie voor deze prijs, onder meer omdat hij optrad als promotor van antroposofisch basisarts Erik Baars.
In Baars’ ondermaatse proefschrift werden experimenten uitgevoerd met de in Nederland verboden injecties van kweepeer/citroensap tegen hooikoorts. Tegenwoordig is Baars als senior onderzoeker gezondheidszorg verbonden aan het LBI. Ook na de nominaties voor de kwakzalversprijs bleef de samenwerking tussen het LBI en de universiteit voortduren. De gezamenlijke projecten gingen over het thema gezond voedsel – een populair onderwerp binnen het onderzoeksinstituut evenals duurzaamheid. De toenemende interesse voor dergelijke onderzoeksgebieden past bij de wens van het instituut om ‘de markt beter te begrijpen’.
Triodos Bank
Ook de Triodos Bank blijkt een bondgenoot van het LBI. Niet verrassend, de bank vindt haar wortels in de antroposofische beweging. Vertegenwoordigers daarvan kunnen nog altijd aankloppen voor een krediet. Directievoorzitter Peter Blom zei daarover in Vrij Nederland: ‘We komen nou eenmaal voort uit die beweging en daar schaam ik me ook helemaal niet voor. Vooral in het begin financierden we veel antroposofische projecten, tegenwoordig is dat minder dan 1 procent van ons kapitaal.’ Waarbij aangetekend moet worden dat het kapitaal van Triodos de afgelopen jaren aanzienlijk is toegenomen. Momenteel beheert de financiële instelling 15,5 miljard euro aan vermogen.
Met steun van de bank werkt het LBI mee aan de totstandkoming van een reeks boeken onder de noemer Bolk’s Companions. Deze geschriften hebben tot doel de geneeskunde te verrijken met ‘inclusief denken’. De boeken zijn vanuit de zogeheten ‘4-step’ benadering opgezet. Deze methode gaat uit van vier achtereenvolgende stappen om biomedische gegevens in een context te plaatsen: Rangschikken – Patroon herkennen – Vergelijken – Identificeren. Dit alles onder het motto: ‘minder feiten, meer samenhang en meer begrip.’
Een voorbeeld daarvan is het boekje over depressieve stoornissen. Op basis van de systeembiologie en de vierstappenbenadering worden daarin de risicofactoren voor depressie gerangschikt naar vier biologische niveaus. Dit helpt volgens de auteurs om de oorzaken van een depressie te verhelderen. Elk van de niveaus zou beschikken over zogenoemde herstelmechanismen. De behandeling is vervolgens gericht op het verbeteren van de gebrekkige werking van deze mechanismen. Dit gebeurt door middel van ‘integrale behandelingsvormen’ waarbij reguliere methoden worden aangevuld met adviezen over leefstijl maar ook spirituele en bio-energetische behandelingen.
Donaties Triodos
Daarnaast heeft instituut dankzij een donatie van Triodos onderzoek gedaan naar de toepassing van complementaire zorg binnen de muren van Nederlandse zorginstellingen. In het rapport wat daaruit voortkwam wordt geconcludeerd dat ruim 90 procent van alle ziekenhuizen complementaire behandelingen verstrekt en dat er behoefte zou zijn aan een verdere ontwikkeling van allerhande alternatieve methoden. De website Klopt dat wel? maakte gehakt van het rapport. Zo werd de populariteit van complementaire zorg schromelijk overdreven door een veel te ruim gekozen definitie van het begrip.
Het LBI is zeker niet de enige antroposofische organisatie die wordt geholpen door Triodos. Alternatieve zorgondernemingen van groot tot klein ontvangen geld van de bank. Een van de kleinschalige ondernemingen die een schenking ontvangt is bijvoorbeeld fysio- en manueel therapeute Dineke Assink uit Deventer. ‘De therapeute werkt met inzicht in bewustwording en healing. Ook geeft zij chakrabehandelingen. De manuele therapie is een behandeling van alle gewrichten met een zachte methode.
‘Voor iedere patiënt wordt een persoonlijk bewegingssysteem uitgezocht via methode van der Bijl,’ meldt de site. Het onroerend goed van Antroposofisch Therapeuticum Leiden (ALT) kan eveneens blijven voortbestaan dankzij een donatie van de bank. Een ander project dat financiële steun ontvangt is Matoekoe: een antroposofisch centrum in Suriname, waar kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking worden begeleid naar een zelfstandig leven.
Antroposofische ideeën zijn stilzwijgend doorgedrongen tot allerlei onderdelen van onze samenleving. Ten minste een half miljoen mensen maakt op een of andere manier gebruik van antroposofische diensten of producten. Ze sturen hun kind bijvoorbeeld naar een vrije school, sparen bij de Triodosbank, gebruiken Weleda producten of kopen bij voorkeur groenten met het Demeter-keurmerk. Tegelijkertijd vrezen doorgewinterde antroposofen – met sektarische denkbeelden – dat die populariteit resulteert in een verwatering van de beweging. Nieuwe mensen komen binnen maar hebben veelal niet de traditionele denkbeelden.
Verwatering
Cijfers ondersteunen die bezorgdheid. Zo steekt het ledenaantal van de Antroposofische Vereniging in Nederland – circa 4.000 – schril af bij het aantal gebruikers van antroposofische diensten of producten. Ook Antroposofie Magazine is met ongeveer 860 abonnees niet buitengewoon populair. De brancheorganisatie voor antroposofische zorg heeft momenteel 52 leden, waarvan 24 institutionele zorgaanbieders, twintig binnen de sector therapeutica en acht beroepsverenigingen.
Een andere ontwikkeling die in het oog springt is de centralisatie van opleidingen; voorheen waren die verspreid over het land, tegenwoordig zijn deze gevestigd in Leiden. Als enige in ons land heeft Hogeschool Leiden een lectoraat Antroposofische gezondheidszorg. In de afgelopen jaren hebben studenten van de opleidingen Vaktherapie, Verpleegkunde, Fysiotherapie, Informatica en Communicatie deelgenomen aan projecten van deze ‘kenniskring’. Onder de medewerkers vinden we een oude bekende: lector Erik Baars. Andere opvallende namen zijn die van antroposofisch en homeopathisch huisarts Egbert van Wijk, gepensioneerd huisarts Guus van der Bie en arts-onderzoeker Martin Niemeijer.
Het Louis Bolk Instituut draait ondertussen op volle toeren. Door de hernieuwde marktoriëntatie verschuift de aandacht van het instituut in toenemende mate naar onderwerpen als duurzaamheid en gezond voedsel. Zo tonen ook de recente onderzoeken met de Universiteit van Wageningen. De organisatie wordt daarbij geholpen door politieke ontwikkelingen en een aantrekkende markt. Dankzij het klimaatakkoord en het Deltaplan Biodiversiteitsherstel bestaat er vanuit de overheid behoefte aan dergelijke studies.
Het LBI heeft langlopende klussen in de wacht gesleept bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Vol trots verkondigt men in een vooruitblik op komend jaar: ‘De minister van LNV heeft een uitnodiging voor een werkbezoek aan LBI geaccepteerd. Hiermee wordt de positie van het instituut bevestigd.’ Volgens het LBI zijn de vooruitzichten dan ook ‘uitstekend’.
Gerelateerde artikelen
Antroposofisch huisarts benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau
tijdschrift - 23 augustus 2023Christof Zwart, een antroposofisch huisarts, kreeg een lintje en werd Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Lees meerNederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij, 2023, nr 2
tijdschrift - 23 augustus 2023Lees het NTtdK 2023, nr 2 integraal, met oa: nieuws over het symposium, een antroposoof met een lintje en evidence versus science based?
Lees meerCorona drijft sommige antroposofen in extreemrechtse armen
tijdschrift - 14 augustus 2021Over Désanne van Brederode die in #nietmijnantroposofie opvoert dat corona antroposofen in extreemrechtse armen drijft.
Lees meer