Orthomoleculaire natuurgenezers Vogelaar en Tisscher opgepakt

In het lab laten natuurartsen bloed onderzoeken op talloze stoffen. De twee zijn opgepakt op verdenking van oplichting van zorgverzekeraars, van valsheid in geschrifte en van witwassen. Het gaat vermoedelijk om miljoenen euro’s, laat het Openbaar Ministerie weten.

Verslaggeefster Anneke van Stoffelen van De Volkskrant heeft er 17 april uitgebreid verslag van gedaan. Het stuk is bijgevoegd. Daaruit blijkt dat de twee alternatieve artsen declaraties indienden van onzinnige analyses, zonder dat daarvoor een opdracht van een huisarts kon worden overlegd. Ze vervalsten vermoedelijk ook handtekeningen van huisartsen, zo vermoedt het OM. Zorgverzekeraar Achmea heeft enkele gerechtelijke procedures tegen de twee aangespannen en gewonnen. In 2013 oordeelde de rechtbank in Utrecht dat de twee Achmea minstens 1,3 miljoen euro moeten terugbetalen vanwege onterecht ingediende declaraties.

Alternatief genezers gebruiken de uitslagen van de ELN-analyses om patiënten bepaalde voedingssupplementen voor te schrijven. Het nut daarvan wordt in de reguliere geneeskunde betwist, schrijft Stoffelen in De Volkskrant. Ze citeert vervolgens Cees Renckens van de Vereniging tegen de Kwakzalverij: `Bloed wordt gecheckt op soms dertig indicatoren bijvoorbeeld amalgaam, magnesium en chroom. Als je zoveel spiegels checkt, vind je bij ieder gezond persoon wel één of twee afwijkingen. Dat is normaal en veroorzaakt geen klachten. In het alternatieve circuit van de orthomoleculaire artsen worden aan die zogenaamde tekorten hele diagnoses opgehangen. En die klachten zijn dan natuurlijk te verhelpen door zogenaamde tekorten aan te vullen met bijvoorbeeld magnesiumpillen. Die ook weer worden verkocht door deze meneer Vogelaar.´

In september 2000 stond er een uitgebreid verhaal over de nu opgepakte kwakzalvers in het Actieblad tegen de Kwakzalverij.

Tisscher heeft een kliniek in Vlissingen. Vogelaar runt de supplemententent in Bunnik.

Naschrift 18-06-2017:

De Stichting Medisch Centrum Rhijnauwen (MCR) in Bunnik moet zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea ruim zes ton betalen, ter compensatie van onrechtmatig ingediende, reeds betaalde declaraties. Dat heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in mei 2017 besloten. De vordering is ongeveer de helft van wat de rechtbank Midden-Nederland in 2014 aan terugbetaling had geëist, namelijk 1,3 miljoen euro.

MCR ging tegen deze uitspraak in beroep. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde in september 2016 dat een deel van de foute declaraties moeilijk te bewijzen waren net als de hoofdelijke aansprakelijkheid van beide bestuurders. Het gerechtshof liet daarom een deel van de oorspronkelijke eis vallen en veroordeelde vorig jaar Zilveren Kruis-Achmea tot het betalen van de proceskosten (ruim 95.000 euro), inclusief de advocaatkosten die de Stichting Medisch Centrum Rhijnauwen in Bunnik had gemaakt. De (terug)betaling van een deel van de onrechtmatige declaraties bleef echter overeind. Beide partijen zijn het nu eens geworden over het terugbetalen van meer dan zes ton aan Zilveren Kruis, zo bevestigt de zorgverzekeraar desgevraagd.

Het gerechtshof kon in september niet heen om het gegeven dat de voormalige directeur van het bedrijf Mediparc, dat declaraties van MCR per computer aan Achmea stuurde, zijn eerdere getuigenis introk dat Mediparc van MCR “huisarts” moest invullen als er door MCR geen verwijzer was ingevuld op de declaratie. De verwijzers naar het MCR-lab zijn bijna exclusief alternatieve behandelaren.

Bij een dummy van het computerprogramma verscheen bij het niet invullen van een verwijzer automatisch “huisarts” als verwijzer. Het hof constateerde daarom dat niet bewezen kon worden dat MCR met opzet op de declaraties de huisarts als verwijzer had laten vermelden; fraude met opzet kon zo niet bewezen worden. De bestuurders van MCR konden daarom niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld, oordeelde het gerechtshof. Het hof oordeelde wel dat declaraties van MCR onrechtmatig zijn geweest. MCR moet daarom een deel van deze al uitbetaalde declaraties terugbetalen. Deels, omdat volgens het gerechtshof Achmea als zorgverzekeraar ook de taak heeft declaraties te beoordelen. Bovendien heeft Achmea pas in juli 2010 MCR kenbaar gemaakt hun declaraties onrechtmatig te vinden: bloedonderzoek aangevraagd door alternatieve genezers valt buiten het verzekeringspakket.

Zorgverzekeraar CZ, zo ontdekte het hof, had MCR al eerder kenbaar gemaakt dat laboratoriumonderzoeken op aanvraag van een niet-huisarts, lees alternatieve genezer/kwakzalver, niet meer betaald zouden worden. In een overeenkomst legde CZ vast dat deze betalingen zouden worden gestaakt. MCR kan de oude declaraties, waarvoor MCR geld heeft ontvangen, niet meer voor vergoeding naar de patiënten sturen. Het hof vindt het daarom niet billijk dat MCR de door Achmea ten onrechte betaalde declaraties van voor juli 2010 zou moeten terugbetalen. De declaraties na juli 2010 moeten wel worden terugbetaald.

Achmea is niet in cassatie gegaan tegen de uitspraak. De zaak is hiermee echter nog niet afgedaan. Naast de civielrechtelijke zaak is in 2014 ook een strafrechtelijke traject in gang gezet richting MCR. Het Openbaar Ministerie heeft volgens RTL Nieuws besloten MCR strafrechtelijk te vervolgen. Het OM meldt eind 2016, na de civielrechtelijke uitspraak van september, aan de nieuwszender: “Wij verwijten hen oplichting van zorgverzekeraars door het indienen van valse declaraties. Het ten onrechte kosten declareren waarvan is afgesproken dat deze niet door het zorgverzekeringstelsel worden gedragen, vindt het OM ernstig. Misbruik van zorggelden kan het stelsel ondermijnen.”