Shortlist Meester Kackadorisprijs 2013
Uit een mooi aantal aanmeldingen heeft de jury van de Meester Kackadorisprijs 2013 de volgende lijst van zeven kandidaten vastgesteld, die in alfabetische volgorde hieronder worden geïntroduceerd.
Zoals bekend is de prijs bestemd voor
‘instellingen, personen of ondernemingen die in belangrijke mate hebben
bijgedragen aan de verspreiding in daad, woord of geschrift van de kwakzalverij
in Nederland’ (voor het complete reglement zie NTtdK, juni 2003, pag. 1-2).
Alle genomineerden zijn inmiddels per brief op de hoogte gesteld van hun
kandidatuur. De winnaar zal op zaterdag 5 oktober voorafgaand aan het
middagsymposium worden bekend gemaakt, waarna deze – mits aanwezig – in de
gelegenheid zal worden gesteld een korte apologie uit te spreken.
De jury bestaat uit de bestuursleden mr.
Th.J. Douma (voorzitter), prof. dr. R.A.P Koene en dr. C.N.M. Renckens. De jury
en het bestuur danken de leden die kandidaten voor de Meester Kackadorisprijs
2013 hebben voorgedragen.
De
genomineerden 2013:
ANBI-Team
van de Belastingdienstregio Den Bosch
Om aangewezen te worden als Algemeen Nut
Beogende Instelling (ANBI) moet een instelling o.m. aan de volgende voorwaarden
voldoen:
- Een instelling moet zich voor minstens 90% inzetten voor het algemeen
belang. - De
instelling en de mensen die daar rechtstreeks bij betrokken zijn, voldoen aan
de integriteitseisen.
Erkenning als ANBI wordt verleend na een
beoordeling van het ANBI-Team en leidt tot felbegeerde fiscale privileges als
de giftenaftrek (art. 6.33 Wet IB 2001), het speciale tarief voor schenkings-
of successierechten (art. 24 SW 1956) en eventuele van toepassing zijnde
vrijstellingen van vennootschapsbelasting.
In zijn jaarrede uit 2010 besprak onze
voorzitter de wildgroei aan ANBI-erkenningen van kwakzalversclubs en deed een
beroep op de minister van Financiën om hier in te grijpen. In 2010 telde
Renckens 32.000 ANBI’s en dat aantal is sindsdien nog toegenomen. Numeriek
dominant in de lange lijst ANBI’s zijn de volgende categorieën: kerkelijke
instellingen, wereldwinkels, vrijmetselaarsloges, harmonieën en fanfares,
dierenbescherming, rode kruis afdelingen, Oranjeverenigingen, voedselbanken,
vogelopvang, zorggroepen en instellingen die zich met ouderenwelzijn
bezighouden. Volledig alternatieve ANBI’s zijn er ook: stichting UFO, stichting
Merkawah (ter bevordering van de BijnaDoodErvaring), stichting Kairos
(reïncarnatie-research), stichting Mellie Uyldert en de Raad van spiritisten.
Zeer talrijk zijn op deze lijst van ANBI’s
ook instellingen, stichtingen en verenigingen die zich met medische
kwakzalverij bezighouden. De antroposofen zijn binnen deze groep getalsmatig
het grootste: er zijn ten minste vijftien ANBI’s op medisch-antroposofisch
gebied, waarvan ik er vier noem: stichting B. Lievegoed fonds, stichting
ondersteuning antroposofische geneeskunst, de NVAA en de Vrienden van de Rudolf
Steiner Kliniek. Patiëntenverenigingen ter bevordering van alternatieve
geneeswijzen als homeopathie, acupunctuur, niet-toxische kankertherapie, reiki,
ekologische gezondheidszorg en winti-geneeskunst, gebedsgenezing volgens
Maasbach, Jomanda’s World Children, laetrile tegen kanker. Lourdesbedevaarten
en NLP zijn te vinden in de lijst. Ook praktiserende aanbieders van
alternatieve zorg kunnen in Den Bosch een ANBI-status in de wacht slepen:
Homeopaten zonder Grenzen, de VHAN, de stichting Chagri Tibetaanse geneeskunde
en osteopaten die ‘wetenschappelijk onderzoek’ doen. Renckens noemde ze in 2010
geen ANBI’s maar veeleer EKBI’s: evidente kwakzalverij beogende instellingen.
Hoogst ergerlijk is ook dat de nog bestaande door Pluut opgerichte en uitgebate
‘kwakfondsen’, die op bedrieglijke wijze het KWF en het Diabetesfonds
beconcurreren, ook nog altijd de ANBI-status genieten.
Terwijl de Belastingdienst 21% btw heft
over alternatieve geneeswijzen omdat ze geen medisch nut hebben, sponsort
diezelfde dienst kwakzalvers, die niets anders doen dan zinloze en niet zelden
schadelijke praktijken beoefenen.
CVZ,
verantwoordelijk voor de website Kiesbeter
Het RIVM maakt in opdracht van CVZ een
website www.kiesbeter.nl, waar de burger hulp kan vinden bij het zoeken van
goede zorg. Reeds op de openingspagina kan een lijst van 30 typen zorgverleners
worden gevonden met de mogelijkheid op een van hen door te klikken. Op die
lijst met overigens alleen reguliere hulpverleners prijkt ook de ‘beroepsgroep’
der chiropractoren. In serieus wetenschappelijk onderzoek is nooit aangetoond,
dat chiropractie meer biedt dan placebo-effecten en dat terwijl de methode niet
geheel onschuldig is (CVA’s komen voor na manipulatie van de nek).
Zorgverzekeraars vergoeden chiropractie
niet, tenzij uit de aanvullende verzekeringen, hetgeen overigens een misstand
op zich vormt. Al doorklikkend op ‘chiropractie’, bijv. in Hoorn, krijgt men al
snel de adressen waar men deze alternatieve hulpverleners kan vinden en
Kiesbeter pretendeert zelfs een kwaliteitsvergelijking te kunnen geven. Klikt
men door in de website van een der twee genoemde praktijken, dan staat daar
unverfroren te lezen dat chiropractie werkt bij huilbaby’s, nekklachten,
migraine, hernia’s etc. Allemaal ongefundeerde claims, om niet te spreken van
leugens. Ook op de openingspagina van www.kiesbeter.nl gaat het al mis, want
als je daar als klacht ‘rughernia’ opgeeft, dan staan daar chiropractors als
‘beroepsgroep die deze aandoening in het algemeen behandelt’. Wat kunnen
chiropractors in godsnaam uitrichten tegen hernia’s?
Kiesbeter zou in haar overzicht van
hulpverleners alleen reguliere beroepsgroepen of instanties moeten opnemen. Een
waarschuwing tegen de zinloze behandelwijzen van alternatieve behandelaars en
hun werkwijzen zou ook niet misstaan op de overigens uitstekende en zeer
informatieve website. Nu daar echter de chiropractors staan te fleuren, is het
onbegrijpelijk dat niet ook acupuncturisten osteopaten, paragnosten, homeopaten,
iriscopisten etc. in die lijst voorkomen.
Prof. dr. ir. M. (Michiel) Haas
Deze relatief onbekende (1946) heeft architectuur
gestudeerd aan de Eidgenössische Technische Hochschule Zürich, Zwitserland. Ook
studeerde hij homeopathie. Na dienstverbanden in Zwitserland, Spanje en
Nederland vestigde hij zich vanaf 1980 als zelfstandig architect. Hij ging zich
bezig gehouden met allerlei initiatieven op het gebied van duurzaam bouwen en
is inmiddels (mede)auteur van elf boeken. In 1990 richtte hij het Nederlands
Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) in Naarden op, dat zich speciaal
richt op de gevaren van aardstralen en elektriciteit in huizen. Onderzoek van
een huis op aardstralen en/of electromagnetische velden wordt door het NIBE
geboden voor plm. 500 euro. In hetzelfde jaar schreef hij samen met Schmid het
boek Bio-logisch Bouwen en Wonen, gezond voor Mens en Milieu, uitgegeven bij
Ankh Hermes en voorzien van een voorwoord door oud-minister Ed Nijpels. De
angst voor straling en electrosmog werd door dit boek flink aangejaagd. Ieder
bouwterrein zou volgens Haas op aardstralen (hij spreekt van ‘terrestrische
straling’) moeten worden onderzocht. In 1997 promoveerde hij aan de
TU-Eindhoven op een methode om bouwproducten op hun milieubewustzijn en gezondheidsverdraaglijkheid
te beoordelen (letterlijk citaat van NIBE-website). Zijn stellingen gingen
onder meer over astrologie, homeopathie en ‘genezingsprocessen in de aarde door
persoonlijke transformatie’.
Haas is tevens twee dagen in de week
hoogleraar in Delft bij de faculteit CiTG, waar hij de leerstoel ‘Materials
& Sustainability’ bekleedt. In 2011 schreef hij samen met wijlen Henk Wever
MSc, bekend van zijn StopUMTS, het boek Elektrostress& Gezondheid. Invloed
van elektriciteit en zenders. Het volkomen onkritische voorwoord komt deze keer
van Lucas Reijnders, emeritus milieukunde UvA en de voorzitter van het
Kennisplatform EMV nam het eerste exemplaar in ontvangst. Haas heeft met zijn
alarmistische publicaties en zijn status als hoogleraar in niet onaanzienlijke
mate bijgedragen aan de steeds meer verspreide paranoia over de gevaren van
apparatuur als GSM, WIFI, wekkerradio, bluetooth, babyfoon, DECT en
hoogspanningsleidingen. In een bericht op zijn blog (‘duurzaamheid, gezondheid
en spiritualiteit’) van 3 juni 2013 presenteerde hij het bizarre 30-puntenplan
tegen elektrosensitiviteit van Charles Claessens, een geestverwant, die zonder
meer aanspraak kan maken op de diagnose paranoïd syndroom. Haas vindt het
(reiki, acupressuur, groene leem etc.) allemaal prachtig.
Prof. dr. H. E. van der Horst, huisartsgeneeskunde VU
De huisartsengeneeskunde kenmerkte zich tot
de jaren ’70 door een grote praktijkvariatie, niet in de laatste plaats in
stand gehouden door het veelal werken als solist. De (te) grote aandacht voor
psychosomatiek heeft het aanzien van het beroep in de jaren ’70 en ’80 evenmin
veel goed gedaan. Eind jaren ’80 keert de huisartsgeneeskunde terug naar het
medische model, want zoals Grundmeijer later in 1997 schreef: ‘huisartsen
werden als clinici nauwelijks meer serieus genomen’. Met de introductie van de
befaamde NHG-richtlijnen en standaarden sinds de jaren ’80 herkreeg de
Nederlandse huisarts zijn positie, die zich o.m. onderscheidde door
terughoudend optreden en een steeds afnemende praktijkvariatie.
In het licht van het voorafgaande is het
onbegrijpelijk dat de huisartsenopleiding van de VU alternatief praktiserende
huisartsen als huisarts-opleiders accepteert. De jury beschikt niet over exacte
aantallen, maar weet uit betrouwbare bron dat dit het geval is, ten minste in
het geval van een antroposofische opleider. Het was in de jaren van snel
toenemende populariteit van de alternatieve geneeskunde dat de Biltse huisarts
Van der Smagt in Medisch Contact (no 45; 1988, 1281-1284) overtuigend
aantoonde, dat alternatieve geneeswijzen altijd schadelijk zijn.
Wetenschappelijk bewijs van werkzaamheid is ook nadien voor geen enkele
alternatieve geneeswijze ooit aangetoond. Aan de woorden van Van der Smagt kan
nog altijd weinig worden toegevoegd.
Een zo uniform mogelijke wijze van
praktijkuitoefening is essentieel voor het vertrouwen dat een burger in de
geneeskunde moet kunnen hebben. Onverklaarbare praktijkvariatie schaadt dit
vertrouwen en moet worden tegengegaan. Alternatief praktiserende artsen zijn
bij uitstek degenen, die met hun systematisch aanwenden van niet-reguliere
geneeswijzen dit vertrouwen in de geneeskunde ondermijnen en zij dienen in onze
ogen hun – te kwader ure verkregen – bul in te leveren. Dat Van der Horst hen
daarentegen accepteert als opleiders van a.s. huisartsen en co-assistenten, dat
is schandalig.
Prof. dr. Frits A.J. Muskiet
Muskiet (1950) studeerde scheikunde aan de
Rijksuniversiteit Groningen. In 1974 studeerde hij af in de biochemie en
promoveerde in 1979 op de biochemie van catecholaminen-producerende tumoren. In
die tijd werd hij klinisch chemicus in het Universitair Medisch Centrum
Groningen. Sinds 2000 is hij hoogleraar Pathofysiologie en Klinisch Chemische
Analyse en als Universitair Hoofddocent aan de Faculteit Geneeskunde van het
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
Frits Muskiet heeft een warme
belangstelling voor evolutionaire geneeskunde. Hij stelt dat terugkeer naar de
leefstijl van onze Paleolithische voorouders, zoals aangepast naar de cultuur
van de 21ste eeuw, de enige effectieve manier is om typisch westerse ziektes te
voorkómen. Hij ontkent het verband tussen roken en longkanker en is sinds vele
jaren een onvermijdelijk spreker op alternatieve en orthomoleculaire congressen,
zoals bijv. die van Lentis in Groningen. De website van de RUG vermeldt als
nevenwerkzaamheden: docent Europese Master of Science in PsychoNeuro-Immunology
(Universiteit van Girona, Spanje), lid Wetenschappelijk Comité Vitamine
Informatie Bureau. Dit informatiebureau wordt betaald door Bayer B.V. Division
Consumer Care, Omega Pharma Nederland B.V en Pfizer Division Consumer
Healthcare B.V. Deze bedrijven brengen een aantal supplementen op de
Nederlandse markt. Onbeschaamd vermeldt de RUG-website tenslotte dat Muskiet
ook docent ‘basiscursus orthomoleculaire geneeskunde’ is. Daarmee maakt Muskiet
zich schuldig aan het kweken van steeds weer nieuwe kwakzalvers, die overal
deficiënties ontdekken, zo niet goedschiks dan wel kwaadschiks.
H.H.F.
(Herman) Wijffels
Deze genomineerde (1942) studeerde
economie in Tilburg en bekleedde hij tijdens zijn loopbaan diverse
vooraanstaande functies waaronder voorzitter van de hoofddirectie van Rabobank
Nederland (1986-1999), voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER;
1999-2006) en Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank in Washington
(2006-2008). Daarnaast legde hij als informateur de basis voor het
Kabinet-Balkenende IV. Momenteel is hij, als opvolger van Ruud Lubbers,
co-voorzitter van Worldconnectors, een Nederlandse denktank die zich inzet voor
een duurzame, vreedzame en rechtvaardige wereld en sinds 2009 hoogleraar
‘duurzaamheid en maatschappelijke verandering’ aan de Universiteit Utrecht.
In 2010 verzorgde Wijffels de vijfde Jan
Modderman Inleiding. In dat kader sprak Wijffels over het thema
“Verduurzaming van de samenleving”. Hij zet zich ook belangeloos in
voor het microkrediet. De altijd al wat linksige CDA-er is met zijn bekering
tot de ecologie gevoelig geworden voor de sfeer, die alternatieve genezers
graag mogen oproepen en aldus verscheen Wijffels’ naam in het Comité van
Aanbeveling van het congres Heel de mens,
integrative medicine in de praktijk, dat op 4 oktober 2012 in Utrecht werd
gehouden. Sindsdien weten kwakzalvers dat ze niet tevergeefs een beroep op
Wijffels doen als er bij gebrek aan vooraanstaande medici wat cachet aan een
initiatief moet worden gegeven. Wijffels zat aldus ook in een Comité van
Aanbeveling van een symposium over hersendood criteria. Was georganiseerd door
mensen die om verschillende redenen tegen orgaandonatie zijn. Van Lommel was er
een soort eregast. Wijffels schermde zich later af van pogingen van een
VtdK-bestuurslid, die hem erop wilde wijzen in welk gezelschap hij verzeild was
geraakt. Hij wist dondersgoed wat hij steunde. En dat is niet vreemd voor
iemand die voorzitter is van prinses Irene haar Natuurcollege en graag een
aanbeveling schreef voor de flap van Vermeeren’s boek Ufo’s bestaan gewoon (2013).
Zijn naam prijkte recent zelfs
bovenaan in een brief die de zelfbenoemde alternatieve patiëntenclub PPCG van
Frits Kranenbarg uit Wehl (Gld) aan de minister van VWS verzond waarin werd
gesteld dat introductie van alternatieve geneeswijzen in de huisartsenpraktijk
de zorg 15% goedkoper zou maken. Naast enkele komieken, antroposofen en
acupuncturisten behoorden ook Ivan Wolffers en prinses Irene tot de
ondertekenaars. De NPCF distantieert zich van dit gezelschap, dat door Wijffels
intussen volstrekt serieus werd genomen.
Samenwerkingsverband
zorgverzekeraars VGZ, ONVZ, Achmea, Menzis en CZ
Deze vijf grootste zorgverzekeraars gaan
eigen opleidingsnormen stellen voor alternatieve behandelaars. Die moeten
voldoende medische en psychosociale kennis in huis hebben om ‘aan te voelen’
wanneer ze een patiënt door moeten sturen naar een BIG-geregistreerde
zorgverlener. Het aan de universiteit van Leiden gelieerde instituut PLATO
kreeg de opdracht een ‘pluis-niet-pluis opleidingsprogramma op hbo-niveau’ te
ontwikkelen, met de nadruk op de veiligheid van patiënten en cliënten. Of patiënten
een zinnige behandeling krijgen aangeboden is geen criterium. De opleiding wordt
geaccrediteerd door het CPION, een private onderneming die erkenningen afgeeft
voor het ‘alternatieve circuit’. CPION accrediteerde bijvoorbeeld het
onderzoek- en onderwijsprogramma van de Stichting Orthotes die ten doel heeft, het
verrichten of laten verrichten van onderzoek naar quantum-energetische
toepassingen op natuurgeneeskundig terrein. Accreditatie door CPION heeft niet
alleen geen enkele wettelijke betekenis, erger nog is dat de zorgverzekeraars
op deze manier alleen maar de onduidelijkheid bij het grote publiek vergroten.
Nu al gebruiken alternatieve therapeuten accreditatie door CPION en
vergelijkbare organisaties om klanten te lokken. In Nederland is de NVAO, het
enige wettelijke instituut dat onderwijskwaliteit bewaakt en instituten accrediteert.
Het is begrijpelijk dat de verzekeraars hun “pluis-niet-pluis”-programma liever
niet laten beoordelen door de NVAO want die heeft vorig jaar nog korte metten
gemaakt met de opleiding tot alternatief therapeut aan de Saxion Hogeschool.
Doordat de vijf zorgverzekeraars aan
kwakzalvers nu een opleiding op HBO-niveau als voorwaarde stellen, om voor vergoeding in aanmerking te komen, denkt het grote
publiek allicht dat het met de opleiding van alternatieve behandelaars wel in
orde is. Accreditatie geschiedt door een particulier instituut met een dubieuze
reputatie dat daar geen wettelijke bevoegdheid toe heeft. Deze accreditatie
heeft derhalve geen enkele juridische betekenis. Door zo te handelen misleiden
de zorgverzekeraars, vermoedelijk onbedoeld, op ernstige wijze het grote
publiek en wordt kwakzalverij op nog niet eerder vertoonde manier bevorderd.
Eerdere winnaars sinds de instelling van de
prijs:
2003 Zilveren
Kruis Achmea
2004 Paul
van Dijk, huisarts te Zaltbommel
2005 René
Steenhorst, Telegraafjournalist
2006 ZonMW
2007 GroenLinks
2008 NCRV
2009 Nederlandse
Vereniging Kritisch prikken
2010 Triodos Bank/Foundation
2011 Prof.
H. Pols, decaan Erasmus MC
2012 Halbe
Zijlstra, staatssecretaris OC&W
Gerelateerde artikelen
VGZ wijst hormoon-influencer Vivian Reijs de deur
artikelen - 13 april 2024Orthomoleculaire hormoontherapeuten overspoelen de markt. Vivian Reijs, die ook een hormoon-‘academy’ leidt, is een van hen.
Lees meerNederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij, 2023, nr 3
tijdschrift - 15 januari 2024Lees het NTtdK 2023, nr 3 integraal, met oa: alles over het afgelopen jaarsymposium, boekrecensies en meer.
Lees meerBoek: “Met het vizier op Kackadoris”
shop - 24 december 2023Het boek 'Met het vizier op Kackadoris' van Cees Renckens is in vierde druk beschikbaar. Nieuwe leden krijgen het boek gratis.
Lees meer