Tweede Kamer steunt wetswijziging
De Tweede Kamer steunt een wetswijziging, ingediend door de ministers Borst en Korthals, die het mogelijk maakt dat de officier van justitie de praktijk sluit van een kwakzalver die ervan verdacht wordt gezondheidsschade te veroorzaken, nog voordat deze is veroordeeld. Tot nu toe kon de genezer, nadat een strafklacht tegen hem was ingediend, gewoon doorgaan […]
De Tweede Kamer steunt een wetswijziging, ingediend door de ministers Borst en Korthals, die het mogelijk maakt dat de officier van justitie de praktijk sluit van een kwakzalver die ervan verdacht wordt gezondheidsschade te veroorzaken, nog voordat deze is veroordeeld. Tot nu toe kon de genezer, nadat een strafklacht tegen hem was ingediend, gewoon doorgaan met zijn gevaarlijke praktijken. De inspectie voor de gezondheidszorg krijgt helaas deze bevoegdheid niet. De inspecteur wordt wel geacht sneller te reageren op signalen van slachtoffers en deze door te geven aan het openbaar ministerie.
Naschrift april 2009
De desbetreffende wetsartikelen in de Wet BIG luiden thans:
Artikel 96a
1. Indien tegen de verdachte van overtreding van artikel 96 ernstige bezwaren zijn gerezen en de bescherming van de volksgezondheid dat dringend vordert, is de officier van justitie, zolang de behandeling ter terechtzitting nog niet is aangevangen, bevoegd, gehoord de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de verdachte bij aan deze te betekenen kennisgeving als voorlopige maatregel te bevelen zich van bepaalde handelingen te onthouden.
2. De verdachte kan tegen het bevel binnen veertien dagen na de betekening in beroep komen bij het gerecht waar de zaak wordt vervolgd of vervolgd zal worden. Het gerecht beslist zo spoedig mogelijk. De verdachte wordt gehoord, althans behoorlijk opgeroepen.
3. Artikel 28, tweede en derde lid, en de artikelen 30 tot en met 32 van de Wet op de economische delicten zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 96b
Indien tegen de verdachte van overtreding van artikel 96 ernstige bezwaren zijn gerezen en de bescherming van de volksgezondheid dat dringend vordert, kan het met de behandeling van de zaak belaste gerecht voor de behandeling ter terechtzitting, op de vordering van het openbaar ministerie, op de voordracht van de rechter-commissaris, met het gerechtelijk vooronderzoek belast, en, indien de zaak te zijner zitting wordt behandeld, mede ambtshalve, de verdachte, gehoord de Inspectie voor de Gezondheidszorg, als voorlopige maatregel bevelen zich van bepaalde handelingen te onthouden. Artikel 29, tweede en derde lid, en de artikelen 30 tot en met 32 van de Wet op de economische delicten zijn van overeenkomstige toepassing.
Gerelateerde artikelen
Minister wil kwakzalvers harder aanpakken
artikelen - 24 februari 2009Minister Klink wil artikel 96 in de wet BIG aanscherpen. Een zonde daartegen moet een misdrijf worden in plaats van een overtreding. IGZ moet meer bevoegdheden krijgen, bijvoorbeeld om op staande voet een boete op te leggen, of om ook tegen kwakzalversinstituten en niet alleen maar individuen op te treden. Misleidende namen ('Medisch Centrum Maria Magdalena') en dito aanprijzingen worden ook strafbaar.
De VtdK is natuurlijk blij dit te horen. Echter, van het huidige artikel 96 werd nauwelijks gebruik gemaakt. Het knelpunt zit bij IGZ en het OM. Die toonden tot nu toe weinig animo om zich met de niet-reguliere genezerij te bemoeien.
De registratie van homeopathische middelen
artikelen - 03 december 2004PERSBERICHT Kwakzalverijbestrijding vreest misleiding over homeopathie De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft er bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) op aangedrongen de registratie van homeopathische middelen onmiddellijk te staken. Dit dringende advies volgt op de recente uitspraak in hoger beroep door de Raad van State, dat fabrikanten van homeopathische middelen niet verplicht […]
Lees meerDe verplichte waarschuwing bij geregistreerde homeopathische middelen
artikelen - 04 oktober 2004Sinds sommige homeopathische middelen met een officieel geregistreerde en toegestane indicatie mogen worden verkocht, staat er op het etiket van deze middelen de verplichte vermelding, dat ‘de werkzaamheid ervan door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen niet met wetenschappelijke criteria is beoordeeld’. Net als tien jaar geleden toen de Alkmaarse homeopathiefabrikant VSM in een rechtszaak […]
Lees meer