Mijn ex wil onze kinderen niet laten inenten!
Toen mijn vier kinderen geboren werden, vonden ik en mijn toenmalige partner als ‘kritische ouders’ dat aan het inenten van onze kinderen onbekende gevaren kleefden. Ik had een uittreksel van A Shot in the Dark [door Harris L. Coulter en Barbara Loe Fisher, 1985, webredactie] gelezen, en dat deed mij geloven dat het ronduit onverantwoord was om kinderen zomaar in te enten. In de jaren die volgden ben ik via de antroposofie bij een iatrosoof terecht gekomen. Jarenlang heb ik me de wet voor laten schrijven door deze man. Ik heb de gekste dingen gedaan en vooral mijn gehele privéleven, inclusief de meest intieme geheimen via een geschreven dagboek aan hem mee moeten delen in verband met de ‘behandeling’. Bergen met geld heeft het gekost.
Op een helder moment ben ik daarmee gestopt, definitief genezen, ik ben gescheiden van mijn toenmalige partner, maar mijn kinderen wonen nog bij hem. Mijn ex-partner is nog wel helemaal in de antro- en iatrosofie. Inmiddels zie ik de noodzaak van inenten wel degelijk in. Mijn keuze om het toen niet te doen zie ik nu als onverantwoordelijk. Maar ja, toch wil je als ouders alleen maar het beste voor je kinderen en soms maak je daarin niet de juiste keuze en soms wil je een gemaakte keuze herstellen.
Al geruime tijd probeer ik het voor elkaar te krijgen dat mijn kinderen de nodige inentingen krijgen, maar mijn ex-partner weigert. Hij stuurt advocaten af op mijn huisarts en dreigt instanties voor het gerecht te slepen als ze meewerken aan de inenting van onze kinderen. Eén instantie heeft de entprocedure al stopgezet. Mijn huisarts, die mijn zoon al twee inentingen heeft gegeven, stopt met de vervolgentingen. Terwijl mijn zoon dertien is en zelf ingeënt wil worden. Volgens de wet is de arts gerechtigd om het dan te doen. Het enige wat mij nu nog rest, is de rechter te vragen om een uitspraak te doen.
Dit soort toestanden komen voort uit maatschappelijke stromingen zoals de antroposofie en de iatrosofie die denkbeelden uitdragen, die indoctrineren en mensen de meest absurde dingen wijsmaken, waaruit onverantwoordelijke handelingen voort kunnen komen. Dan doel ik vooral op het onthouden van medische (voor)zorg aan kinderen. In Nederland geldt voor de opvoeding van kinderen vrijheid van geloofsbelijdenis. Maar in mijn geval gaat het om kinderen waarvan de moeder (ikzelf) medische zorg wil, maar de vader uit geloofsovertuiging niet. Op dit moment krijgen mijn kinderen dus helemaal geen medische zorg, afgezien dan van vage middelen zoals een voetenbadje met kruidenthee erin tegen een ernstige en verwaarloosde infectie of een of ander kruidenpreparaat tegen aanhoudende blaasontsteking. Al een aantal keren is het voorgekomen dat een van mijn kinderen medicijnen nodig had, maar die pas kreeg nadat ik hemel en aarde bewogen had, met als gevolg dat ik nu niet eens meer op de hoogte wordt gesteld in geval van ziekte. Maar wat gebeurt er als er iets acuuts voorvalt?
Het is werkelijk onvoorstelbaar wat argeloze mensen (zoals ikzelf), op de mouw gespeld wordt door mensen met fanatieke denkbeelden die nergens gestaafd zijn of maar in de verste verte gestaafd kunnen worden, maar die wel vrij spel hebben, eigen opleidingsinstituten en keurmerken hebben en door verzekeringsmaatschappijen vergoed worden.
Ik weet niet of u als vereniging iets kunt doen met mijn verhaal. Misschien heeft u gehoord van soortgelijke voorvallen. Maar ik vind wel dat het recht op goede en veilige gezondheidszorg voor een grote groep kinderen met alternatieve of gelovige ouders niet gewaarborgd is. En dat is in mijn ogen een belangrijk discussiepunt.
M.d.W.
C.P. van der Smagt (huisarts n.p. en bestuurslid van de VtdK), schreef terug
Geachte mevrouw De W.,
Uw probleem komt me zeer bekend voor. Geregeld worden we in de VtdK geconfronteerd met de bezwaren en gevaren van de zogenaamde antroposofische geneeskunde. Het is een vorm van kwakzalverij die vaak onderschat wordt, omdat antroposofische artsen altijd beweren de reguliere, universitaire geneeskunde te beoefenen en de antroposofische therapieën alleen maar aanvullend te gebruiken. Veel van die therapieën zien er ook nogal onschuldig uit zoals euritmie, schilderen, boetseren en dergelijke. Het echte probleem zit hem meer in wat antroposofische artsen nalaten dan in wat ze doen. Hun levensbeschouwing, of liever geloof, leert dat ziekte nuttig is en niet in de eerste plaats bestreden, maar veeleer doorleefd moet worden. U weet er waarschijnlijk alles van. Een uitvloeisel van die mentaliteit is de weerstand tegen inenten, waarmee ze het risico lopen heel ernstige schade toe te brengen aan individuen en aan de volksgezondheid in het algemeen. Antroposofische artsen die patiënten aanraden om hun kinderen niet te laten inenten, maken misbruik van het vanzelfsprekende gezag dat ze als deskundige hebben en kunnen met recht kwakzalvers genoemd worden.
De moeilijkheid in uw geval is gelegen in het feit dat u radicaal van mening verschilt met de man die uw kinderen opvoedt. Wanneer u uw ex-echtgenoot niet kunt overtuigen, vrees ik dat er niets anders opzit dan te proberen via een juridische procedure uw doel te bereiken. Voor kinderen tot twaalf jaar kan de voogd beslissen over medische zaken, tenzij er een gevaarlijke situatie dreigt te ontstaan. Dan kan de ouder tijdelijk de ouderlijke macht ontnomen worden. Maar tot uw geruststelling kan ik zeggen dat uw kinderen niet veel gevaar lopen zolang ze niet naar het buitenland gaan. In Nederland is de vaccinatiegraad dermate hoog dat ernstige infectieziekten maar zelden voorkomen. Uw zoon van dertien kan inderdaad zelf beslissen. Als hij echt gevaccineerd wil worden, kan zijn vader dit niet tegenhouden. Helaas kan ik u niet beter helpen. Ik kan u slechts dringend aanraden om juridische hulp te zoeken.
Op deze brief schreef mevrouw De W. terug dat dit advies voor haar een geruststelling was en dat ze inderdaad een advocaat in de arm genomen had, die dacht dat er een gerede kans op een goede afloop was. In vervolgcorrespondentie benadrukte Van der Smagt dat kwakzalverij wettelijk toegestaan is, dat veel artsen er wel tegen zijn maar toch nogal tolerant voor hun collega’s, en dat de Vereniging slechts kan strijden met de wapenen van publiciteit.
Hoe liep het af? Mevrouw De W. berichtte hierover toen we haar toestemming vroegen om deze briefwisseling te publiceren. Ze schreef het volgende:
Ik heb de rechter verzocht om mijn kinderen in te mogen laten enten tegen de uitdrukkelijke wil van hun vader. Bij nader inzien was de rechter van mening dat er een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming op zijn plaats was naar de opvoeding en verblijfplaats van de kinderen bij hun vader. Dat onderzoek heeft van maart 2008 tot november 2008 geduurd, al die tijd zonder uitspraak omtrent de inentingen. Uiteindelijk zijn mijn drie oudste kinderen aan mij toegewezen, en de jongste aan mijn ex-partner. Er is in de uitspraak met geen woord over de inentingen gerept. Beide ouders mogen zelf beslissen of het al dan niet gebeurt. Een principiële uitspraak over de inentingen is er dus niet gedaan. De rechter heeft hiermee beslist dat ten minste één van mijn kinderen bewust onbeschermd is en blijft.
Mijn ex-partner heeft mijn huisarts, die de inentingen van mijn drie oudste kinderen nu verzorgt, voor de tuchtrechter gedaagd. Dus zelfs ná de uitspraak van de rechter! De tuchtrechter heeft geoordeeld dat de huisarts wel degelijk zorgvuldig heeft gehandeld en zich aan de regels heeft gehouden. Mijn ex is in hoger beroep gegaan. Dat loopt nog steeds.
Gelukkig heb ik een huisarts die zich niet bang laat maken. De vorige huisarts van mijn kinderen had niet zoveel lef en stuurde mij weg met de boodschap terug te komen op het moment dat mijn ex en ik het eens waren. Iets wat in ons geval nooit gaat lukken en wat in mijn ogen gevaarlijke situaties kan opleveren. Dat heb ik aan den lijve ondervonden. Tweemaal ben ik met mijn kinderen op de spoedeisende hulp beland omdat hun vader medicatie weigerde. Dat is voor mijn oudste drie kinderen nu verleden tijd. Voor mijn jongste dus niet.
Ik vind het jammer dat de rechter geen ferme, principiële uitspraak heeft gedaan. De boodschap is halfslachtig.
Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij
Schrijf je in en ontvang het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij (NTtdK).
Word lid