Door: C.N.M. Renckens | Geplaatst: 14 juni 2005

Proces-Sickesz (II)

De tegenpartij heeft per 15 juli alweer uitstel gevraagd. Op vragen van lezers over tuchtzaken tegen OMG wordt nadere informatie gegeven.

De tegenpartij heeft bij monde van haar raadsman per 15 juli opnieuw uitstel gevraagd bij het inbrengen van het volgende gedingstuk, waarin zij moet reageren op de Conclusie van Antwoord die door advocaat Vlaar namens Renckens/VtdK op 24 maart 2004 werd aangeboden. Men had al uitstel gevraagd tot 21 juli, maar heeft meer tijd nodig.

Verschillende lezers vroegen ons nadere informatie over de tuchtzaak die in het vorige bericht over de voortgang van het proces werd genoemd. Hieronder wordt deze casus kort weergegeven. De klagende patiënt had zich in mei 1998 tot de arts gewend omdat hem ter ore was gekomen dat hij met de OMG, een geneeswijze ontwikkeld door de Haagse arts Sickesz, ook depressies genas. De patiënt was ernstig depressief en bleef ruim een jaar onder behandeling in de praktijk van de arts. Eerst tijdens het vijfde consult had hij de arts kort te spreken gekregen, de behandelingen werden tot dan toe uitgevoerd door een fysiotherapeut. Tijdens dit korte en eenmalige contact tussen de arts en de patiënt was deze niet ingegaan op de psychische problemen van de klager. Het dossier bevatte geen aantekeningen over de bevindingen bij lichamelijk onderzoek.

Toen klager navraag deed over het behandelplan had de arts slechts uitleg gegeven over wat het ‘werken met het bewegingsapparaat’ inhoudt en gesteld dat het ‘program’ moest worden afgewerkt. In latere correspondentie tussen arts en patiënt had de OMG-arts aan klager laten weten dat ‘bij een verstreken rechte wervelkolom de emotionele communicatie met de buitenwereld vertraagd is’ en daardoor zou alleen de intellectuele communicatie met de buitenwereld overblijven.

Het tuchtcollege oordeelde dat het de arts niet toekwam te pretenderen dat zijn therapie de psychische klachten van de patiënt had kunnen verbeteren. En zelfs toen de OMG-arts het tuchtcollege vertelde dat de klager enkele malen zonder te betalen was weggegaan en na het afbreken van het contact opnieuw hulp had gezocht bij een therapeut die een gelijksoortige therapie toepast, zelfs toen bleef het college bij zijn afwijzend oordeel. De OMG-arts kreeg een berisping (uitspraak 19 maart 2002) en legde zich daarbij neer. (Staatscourant, 7 juni 2002, nr. 106/p.l9. Casus 2001T49)

Recent speelde er opnieuw een tuchtzaak tegen een van Sickesz’ oud-leerlingen, een OMG-arts uit de regio Den Haag. Het regionaal Tuchtcollege te Den Haag had deze arts op 7 januari 2003 een berisping opgelegd na een klacht van een zijner ex-patiënten over slechte behandeling en frauduleus declareren. Het Centraal Tuchtcollege vernietigde deze uitspraak overigens op 10 juni 2004. Het CT achtte de beide klachten ongegrond. (www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl/recent_files) Wordt vervolgd.

Dit artikel verscheen in het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij, jaargabg 115 (2004), nummer 3, p. 12. 


klik hier voor pdf-versie van het artikel

 

Nieuwsbrief

De Digitale Nieuwsbrief van de VtdK houdt u regelmatig op de hoogte van nieuwe artikelen op deze site.

C.N.M. Renckens

Gerelateerde artikelen

page - 17 november 2021

De VtdK hanteert de volgende definitie van kwakzalverij:

tijdschrift - 15 juli 2019

Cees Renckens blikt terug op drie ‘chefsachen’ uit de recente kwakzalverij.

tijdschrift - 29 maart 2017

Inhoud Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij – Jaargang 128, 2017, 1 * Over het komen en gaan van modeziekten (pag. 1)* Sickesz als verdedigster van de oorlogsmisdadiger en antisemiet Menten (pag. 9)* Systeembiologie, een door de kruidenkwakzalvers gekaapte term (pag. 11)* Correctie (pag. 14)* Ad hominem (pag. 15)* Floww en een geval van negatieve transsubstantiatie […]