Federa herbergt kwakzalvers
Hoe kan de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) lid zijn van de Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen (Federa)?
De Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen (FMWV, ook wel Federa geheten) is een interdisciplinair samenwerkingsverband van ruim 8.000 onderzoekers in de gezondheidszorg. Dit gebeurt via 25 aangesloten biomedisch-wetenschappelijke verenigingen en via ruim 20 organisaties die zijn aangesloten via COREON.
Een belangrijke activiteit van de Federa is de jaarlijkse wetenschaps- en publieksdag. De FMWV is dus een koepel van medisch-wetenschappelijke beroepsverenigingen, die o.m. de belangen behartigt van beoefenaren van wetenschappelijk onderzoek. Criterium voor toelating is het ‘gericht zijn op medisch-wetenschappelijk onderzoek c.q. gezondheidszorgonderzoek’.
De Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie (NVF) is in 1988 opgericht met als statutaire doelstelling ‘de bevordering van de kwaliteit van fytotherapeutica en fytotherapie en van een verantwoorde voorlichting daarover aan alle belangengroepen’. Over wetenschap werd weinig gerept. Desalniettemin werd de NVF in 2001 toegelaten als Federa-lid.
Bij de oprichting van dit gezelschap ter bevordering van de verkoop van homeopathische en kruidenpreparaten in 1988 weigerden KNMP en KNMG alle avances van de NVF, maar sinds 2001 flirt men vol trots met het FMWV-lidmaatschap. Vrijwel geen enkele medisch wetenschappelijke vereniging ontkomt aan sponsoring door de industrie, maar zolang deze ondergeschikt is aan het wetenschappelijk doel is er weinig aan de hand.
Bij de NVF is maar al te duidelijk dat de wetenschappelijke dekmantel ondergeschikt is aan de belangen van telers en industrie en dat heeft de FMWV niet willen zien. Een belangrijk deel van de ± 300 NVF-leden bestaat uit telers van kruiden en producenten van fytotherapeutica. In de beleidsnota van de NVF stelt men onomwonden dat ‘tot nu toe van belangenverstrengeling niets is gebleken’.
Protestbrieven
Wegens deze acceptatie als Federa-lid van de NVF werd de Federa in 2003 genomineerd voor de Meester Kackadorisprijs. Protestbrieven onzerzijds bleven eerder zonder enig effect. Als lid van de NVOG, de gynaecologenvereniging waarvan ik lid was en ben, verzocht ik destijds ook het NVOG-bestuur om zich om deze reden uit de Federa terug te trekken.
Men deed dat toen niet, maar noemde enkele jaren later toen de NVOG zich alsnog terugtrok o.m. het lidmaatschap van de NVF als argument (naast overwegingen over opbrengst en contributiekosten). In zijn beleidsnota noemt de NVF het Federa-lidmaatschap voor het aanzien van de NVF zeer belangrijk en men wenst dit zeker voort te zetten.
Het wetenschappelijk belang van kruidenpreparaten is sinds de oprichting van de NVF alleen maar afgenomen en een leerstoel farmacognosie bestaat bijvoorbeeld ook al niet meer bij de opleiding tot apotheker. Werkzame kruidenmiddelen zijn er nauwelijks gevonden, geen enkel middel werd geregistreerd en alleen over sint-janskruid en cannabis kan gezegd worden dat zij enige status aparte genieten. Of zij ooit een registratie als geneesmiddel zullen behalen is hoogst twijfelachtig.
Sinds 2003 heeft de VtdK dan ook niet veel aandacht meer besteed aan dit wat kwijnende geitenwollensokken-clubje, hoewel de zoekterm ‘fytotherapie’ op onze website toch nog 15 hits oplevert.
De NVF treedt momenteel vooral naar buiten met het Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie (NTvF), al ongeveer net zo oud als de NVF zelf. In zijn oorspronkelijke opzet was het vooral bedoeld als wetenschappelijk tijdschrift. De oplage was dan ook beperkt.
Tegenwoordig heeft het NTvF naar eigen zeggen drie functies. (1) Het is nog steeds een gezaghebbend wetenschappelijk tijdschrift dat de ontwikkelingen op het gebied van fytotherapie met wetenschappelijke distantie signaleert, vertaalt en volgt. (2) Het is het verenigingsblad voor de NVF-leden dat dient voor ledenbinding en ledeninformatie met ruimte voor opinies. (3) Het is het visitekaartje van de fytotherapie met een brede verspreiding onder de doelgroep (medische professionals en wetenschappers).
De uitgave van mei 2017 was vrijwel geheel gewijd aan fytotherapie bij de chronische ziekte van Lyme. De inhoud ervan is schokkend en bevat vrijwel uitsluitend kwakzalvers-verhalen. De lezer wordt aangeraden de aflevering op de website van de NVF zelf te bekijken.
Ervaringsdeskundigen
Opvallend is dat de auteurs van de hoofdartikelen – behalve de recent door het tuchtcollege gewaarschuwde natuurarts Katharina Deutsch en een psychiater Schulte voor bipolaire stoornissen te Alkmaar – geen artsen of apothekers zijn, maar bestaan uit een ‘ervaringsdeskundigen’(bij Lyme) tevens farmacochemicus, een bioloog, een Latijns Amerika-deskundige, een in Wageningen opgeleide plantenveredelaar, tevens ooit lid van de Kruidentuincommissie van het Openluchtmuseum Arnhem en een ir. voedingskundige en ervaringsdeskundige op het gebied van kruiden. Het ontbreken van een fatsoenlijk medicus onder de auteurs heeft er ook toe geleid, dat nergens melding wordt gemaakt van de kritiek op het concept ‘chronische Lyme’.
Tussen alle advertenties voor de kruidenpreparaten ontbreekt de naam van het beruchte Pro Health laboratorium uit Weert niet. Daar helpt men iedereen snel aan een Lymediagnose, door opsturen van bloed naar Duitsland.
In een interview met basisarts Durk Meijer, een zeer oude bekende van de VtdK (eerder homeopaat en niet toxische tumor arts, nu ook actief Lyme-behandelaar) mag hij onbekommerd reclame maken voor zijn praktijk (‘Mijn vrouw en ik hebben alles samen opgebouwd. We hebben een eigen zorgconcept ontwikkeld, waarbij de mens centraal staat. Dienstverlening, verbinding en innovatie zijn kernwoorden bij ons. We streven naar optimale zorg op maat’) in Overdinkel.
Hij blijkt ook NVF-bestuurslid te zijn. De derde medicus die wij tegen komen is ene Gerben Hoogsteen, 55 jaar oud en al vele jaren NVF-lid. Hij is de nieuwe secretaris van de NVF en is ook al enige tijd in diverse besturen als secretaris actief en zal deze ervaring in het bestuur van onze vereniging inbrengen.
Verbinding?
Door zijn functie als verzekeringsarts bij het UWV en zijn nevenactiviteit als fytotherapeutisch arts bij UNIIK beschouwt hij zich letterlijk als een verbinding tussen de reguliere geneeskunde en de fytotherapie en hij wil daarom de naamsbekendheid van de NVF onder ‘onze stakeholders’ zo veel als mogelijk vergroten. Deze dubbelfunctie roept de vraag op of UWV-artsen, die gewichtige en moeilijke beslissingen over langdurig zieke werknemers, in hun vrije tijd een kwakzalverspraktijk mogen uitoefenen.
Via studie en onderwijs van de heer H.L. Bogaerds (oprichter van Bonusan) heeft Gerben zich bekwaamd in de fytotherapie. Hij schrijft het zelf op! Sinds 1987 behandelt hij daarmee patiënten met vooral chronische gezondheidsklachten. Aldus zijn website. Ik zou zijn oordeel ‘(€ 25, – per kwartier’) toch niet zomaar accepteren, als ik patiënt was.
Verder wordt er in het blad melding gemaakt van het afscheidssymposium, dat de Leidse acupunctuur-enthousiast en chemicus prof. Jan van der Graaf kreeg aangeboden. Komisch is de boekbespreking van het vorig jaar verschenen boek van een vrouw, die na weigering van reguliere therapie voor haar uitgezaaide darmkanker, behandeling met cannabis verkoos en al ruim twee jaar ‘tumorvrij maar nog niet genezen’ zou zijn.
In zijn voorwoord schrijft prof. dr. Renger Witkamp, hoogleraar Voeding & Farmacologie van Wageningen University & Research Centre, dat hij ‘veel respect heeft voor Monique vanwege haar lef om tegen alle medische protocollen in de regie te blijven houden over haar eigen leven door te kiezen voor cannabis in plaats van chemotherapie’.
Opmerkelijk
Witkamp noemt de resultaten van cannabisolie bij Monique ook ‘op zijn minst zeer opmerkelijk’. Ronald Plasterk noemde in zijn periode als Volkskrant-columnist de Wageningse voedingsprofessor Daan Kromhout, die zich ooit liet verleiden tot een even vriendelijk voorwoord in een boek van Houtsmuller, ‘een Wageningse boerenpummel’.
Mij dunkt dat deze Witkamp dezelfde kwalificatie verdient. In een naschrift onder de boekbespreking meldt de redactie dat de auteur van het boek (Monique Posthumus: Kanker & Cannabis – Mijn zoektocht naar heling, Deventer 2016) helaas aan de gevolgen van haar ziekte is overleden. De recensie was toen al gereed.
Naar verluidt heeft Ankh Hermes afgezien van het invoegen van inlegvel waarin melding wordt gemaakt van het overlijden van de cannabis-activiste. Ook op haar website staat niets over het overlijden van Witkamp vermeld. Bohn, Stafleu en Van Loghem had destijds wel het fatsoen om door middel van een inlegvel de waarheid over Houtsmullers leugenachtige versie van zijn ziektegeschiedenis te melden. Overigens weigerde BSvL om deze inlegvellen ook aan alle Nederlandse bibliotheken toe te sturen. Staaltje van Hollandse koopmansgeest.
Maar wij dwalen af. Dat de NVF nog altijd lid kan zijn en blijven van de Federa, dat is volkomen onbegrijpelijk, zeker na deze special over kwakzalverij bij Lyme. Wij hebben begin december de leiding van de Federa nogmaals gewezen op dit koekoeksjong in hun midden. Er zetelt nu een ander Ferdera-bestuur dan in 2003 en hopelijk heeft deze generatie de moed om de kwakzalverskliek van de NVF zodra dat statutair mogelijk is te royeren.
Gerelateerde artikelen
Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij 2018, nr. 1
tijdschrift - 13 april 2018Inhoudsopgave Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij, Jaargang 129, 2018, nr. 1: * De wereld redden met ‘homeoprophylaxis’, pag. 1 * FMWV herbergt kwakzalvers, pag. 6* Van de bestuurstafel, pag. 9* Herregistratie van alternatieve artsen, pag. 10* Positieve gezondheid als modekreet, pag. 13 * Hoop en valse hoop, pag. 16 * Is TCM inderdaad een recente uitvinding? […]
Lees meerHomeopathie of fytotherapie, wat verschilt dat nou?
artikelen - 02 november 2017Kruidengeneesmiddelen kunnen ‘homeopathisch’ of ‘fytotherapeutisch’ zijn. Wat is het verschil? Werkt het ook? De clue zit in de verdunning.
Lees meerAlternatief verzekerd in Nederland
artikelen - 30 december 2009Sinds de invoering van de Wet BIG is kwakzalverij legaal geworden, en men kan zich bij elke ziektekostenverzekeraar via aanvullende polissen verzekeren tegen de kosten van alternatieve hulp. Sterker nog, het is vrijwel onmogelijk een aanvullende verzekering te krijgen waarbij men via de premie niet meebetaalt aan kwakzalverij.
Lees meer