Drie chefsachen
Cees Renckens blikt terug op drie ‘chefsachen’ uit de recente kwakzalverij.
De VRT-website zocht het voor u uit. Dat het woord ‘chefsache’ uit het Duits komt, zal u wellicht niet verbazen. “Het betekent letterlijk een zaak die zo belangrijk is dat de opperste chef er zich mee gaat bemoeien”, legde Els Snick uit. Zij is docente Duitse Taalkunde aan de Hogeschool Gent. “In Duitsland wordt het vaak gebruikt in de context van de bondskanselier. Het gaat dan meestal om zaken waar de bondskanselier zich mee bemoeit.”
Het is een relatief nieuw woord, dat eind de jaren 90 voor het eerst opdook als politieke term in Berlijn. Het is gelanceerd door de toenmalige bondskanselier, Gerhard Schröder. “Merkel is gevolgd en in het kader van de eurocrisis heeft ze van enkele zaken een chefsache gemaakt. En ook de bij de vluchtelingencrisis heeft zij zich persoonlijk in de strijd gegooid. Ook daarvan heeft ze een chefsache gemaakt.”
Het woord wordt wel vaker gebruikt in de Europese politiek, zo geeft professor Europese politiek Hendrik Vos aan. “Het gaat dan meestal om dossiers die heel belangrijk zijn en waar ministers niet meer uit raken. Dan zie je dat de leiders het naar zich toetrekken. Soms gaat het ook om dossiers die zoveel kantjes hebben dat één type vakministers er niet meer uit komen. Zo kan een landbouwthema ook budgettaire of sociale gevolgen hebben.” Ook in ons land vond de term ingang, want toen minister Koolmees de onderhandeling met sociale partners over de herziening van het pensioenstelsel niet met succes kon afsluiten, toen ging ook Rutte zich ermee bemoeien. Zonder resultaat overigens.
Chefsache nummer 1
Eind maart ontstond enige deining aan de Rijksuniversiteit Groningen rond de komst van Paul Cliteur naar een ‘Nacht van de Filosofie’, georganiseerd in samenwerking met de Faculteit Wijsbegeerte. Zo had Martin Lenz, het hoofd van de vakgroep geschiedenis van de filosofie, geschreven dat mensen als Cliteur op „heel redelijke wijze heel belachelijke dingen beweren, moeten we zulke sprekers een podium geven?” Lodi Nauta, de decaan wijsbegeerte, stuurde een mail naar zijn faculteit waarin hij beloofde dergelijke controversiële uitnodigingen voortaan „transparanter en beter bespreekbaar” te maken.
Het stormpje ging snel liggen toen de universiteit liet weten dat Cliteur „gewoon welkom” was. Inmiddels had Cliteur een lange, boze brief naar de rector geschreven met de vraag: „Rector, hebt u al eens een gesprekje gehad met decaan Nauta over academische vrijheid?” Hier tilde hij de kwestie op tot een heuse Chefsache.
Frits Abrahams wijdde een column aan de mini-rel die volgde. Hij verzuchtte: ‘Reuze dom, natuurlijk, dat geprikkelde gedoe op de faculteit wijsbegeerte. Wat is er tegen controversiële sprekers? Cliteur is bovendien niet een of andere filosofische nobody; hij is filosoof en rechtsgeleerde aan de Leidse universiteit en wordt lid van de Eerste Kamer voor Forum voor Democratie.
Zo’n man moet je toch aardige vragen kunnen stellen?’ Hij noemde vervolgens enkele voorbeelden van idiote uitspraken van Cliteur, zoals over de wenselijkheid van bestraffing van mensen die zich negatief uitlaten over onze superieure westerse cultuur en ons slavernijverleden. Hier betrapt Abrahams Cliteur op het meten met twee maten. Hijzelf eiste spreekrecht in het kader van de academische vrijheid, maar wil de ruimte voor zelfkritiek op onze samenleving inperken.
Chefsache nummer 2
Toeval bestaat niet, want in januari jongstleden werden wij nog eens op onplezierige wijze herinnerd aan een Chefsache van enige importantie, helemaal daterend uit 2005. Het was in die periode dat de eerste ronde plaatsvond van de gerechtelijke procedure die wijlen Sickesz tegen Renckens en VtdK had aangespannen omdat zij in 2000 was opgenomen in de Lijst der Grootste Kwakzalvers van de Twintigste Eeuw.
Sickesz, die met haar ‘orthomanuele’ geneeswijze nergens een voet aan de grond kreeg eiste excuses en rectificatie en had – rijk als ze was, oud geld en kwakzalverpenningen – genoeg geld om een lange juridische strijd tegen onze tamelijk arme vereniging te voeren.
Als getuigen á charge kon zij toch nog een tweetal academici vinden: professor Smalhout, die grote bewondering uitsprak voor Sickesz’ prestaties en ene Ruud Buijs, een tot dan toe onbekende neurobioloog, verbonden aan het Hersen Instituut. Dat instituut stond toen onder leiding van Dick Swaab.
Hoewel Buijs bioloog was en nog nooit een menselijke patiënt had gezien meende hij zich in de controverse te kunnen mengen en legde de rechter uit dat allerlei inwendige ziekten wellicht succesvol behandeld zouden kunnen worden via de Nervus vagus, een hersenzenuw.
Dit werd te gek en wij besloten – Chefsache! – dat Buijs door zijn superieur tot de orde geroepen zou moeten worden. Wij wendden ons tot Dick Swaab en stuurde hem uitgebreide documentatie alsmede de curieuze verklaring van Buijs. Deze laatste was weliswaar geen arts, maar wel hoogleraar. Wij drongen er bij Swaab op aan zijn medewerker to de orde te roepen.
Een antwoord kregen wij niet. Ik belde hem vervolgens op en op dat moment kon Swaab zich niet meer herinneren dat hij een brief van mij had ontvangen. Maar hij ging er sowieso niets aan doen: ‘Bespreek het maar met Buijs zelf’. Swaab werd vele jaren later afgezet als directeur en Buijs zit inmiddels in Mexico, waar hij onderzoek doet naar de hypothalamus (een deel van de hersenstam).
Dit alles zou – de rechtszaak werd 11 jaar later in ons voordeel beslecht – al bijna vergeten zijn, ware het niet dat wij medio januari 2019 van een van Sickesz haar volgelingen een brief en een boekje kregen toegestuurd. De afzender was de inmiddels hoogbejaarde arts Jan Anton van den Ende (1931), die in 2007 in eigen beheer een boekje Wervel-foutstanden.
Oorzaak van veel ziekten zowel van geestelijke als lichamelijke aard had uitgegeven. In de vriendelijk gestelde begeleidende brief wees hij ons op medische literatuur waaruit zou blijken van beïnvloeding van de hersendoorbloeding en de kleine arteriolen via de cervicale ganglia (hersenknopen in de hals, CR).
Scheefstanden van de wervels zouden die knopen en zenuwvezels nadelig kunnen beïnvloeden met mogelijk autisme en depressies als gevolg. Van den Ende had al in 2005 contact gezocht met Swaab, die niks af wist van de rol van deze ganglia en hem doorverwees naar Buijs. Van den Ende werd vervolgens ontvangen door Buijs en dat gesprek duurde twee uur. Bij een vervolg-afspraak was ook Sickesz zelf aanwezig en dat gesprek duurde wel drie uur.
De hoogleraar en ratten-onderzoeker was inmiddels zo enthousiast geworden dat hij een onderzoeksvoorstel deed voor onderzoek bij depressieve patienten (deze brief is hiernaast afgedrukt). Deze was volgens Van den Ende echter ‘veel te bewerkelijk voor Sickesz’ en ze heeft er vervolgens een eigen draai aan gegeven, waarna het contact met Buijs verloren is gegaan. Deze is inmiddels sinds jaar en dag werkzaam als hersenonderzoeker aan het UNAM, Institute for Biomedical Investigation van de Universidad Nacional Autónoma de México.
Of hij nog graag herinnerd wil worden aan zijn vroeg geaborteerde loopbaan als onderzoeker van depressieve patienten met ‘orthomanipulaties’ van nekwervels en tongbeen, dat betwijfelen wij ten zeerste. Hetzelfde geldt voor Swaab, wiens onwil om zich te distantiëren van Buijs misschien een minor issue lijkt, maar het later volgende en reeds gevreesde eindeloos doorprocederen van Sickesz leidde destijds bijna tot het faillissement van onze Vereniging.
Chefsache nummer 3
Begin 2015 werd opgericht de Academy for Integrative Medicine (AIM). Het bestuur bestaat uit acht personen. De voorzitter is Jan Huisman, een antroposofisch organisatie-adviseur. Er maken vier artsen deel uit van het bestuur: Kusse, homeopathisch arts; dr. Věra Novotný, internist-hematoloog in Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn met daarnaast een eigen praktijk voor integrale geneeskunde, tevens voorzitter van de Raad van Commissarissen van de beruchte Vrouwenpoli Boxmeer; Gabriëlle Rutten is arts, zelfstandig adviseur, coach en trainer, behandelt psychische en lichamelijke problemen en is master practitioner NLP; Annemieke van Oostveen is specialist ouderengeneeskunde, kaderarts eerste lijn en antroposofisch arts.
Dit bestuur slaagde er ook in een op het eerste gezicht indrukwekkende Raad van Advies op te richten van maar liefst zestien personen. Dit RvA-gezelschap kan worden ingedeeld in (1) Hardcore kwakzalvers, (2) Pro-alternatieve meer softe professionals (coaching, meditatie, mindfulness-beoefenaren e.d), (3) hoogleraren van wie niet bekend was dat zij alternatief angehaucht waren. Geïnteresseerden in deze personele formatie wordt aangeraden de website te bezoeken. De groep hardcore kwakzalvers telt de bekende namen: Aakster, Baars, Busch, Van der Greef en Van Wijk.
In groep drie troffen wij de daar nooit verwachte namen aan van Jim van Os, hoogleraar psychiatrie te Utrecht, Hanno Pijl, hoogleraar diabetologie te Leiden en Van Schaardenburg, revalidatiearts aan de UvA.
Brieven naar drie hoogleraren
Toen de AIM vorig jaar naar buiten kwam en een gelikte website lanceerde toen besloot het bestuur in actie te komen. Met name van de drie laatst genoemde hoogleraren konden wij ons niet voorstellen dat zij zich goed realiseerden in welk troebel vaarwater zij terecht waren gekomen. Op 23 november 2018 ontvingen zij van de secretaris een vriendelijke brief waarin hen uitleg werd gegeven van het begrip integratieve geneeskunde en waarin er op werd gewezen dat op de homepage van de AIM-website werd beweerd dat de werkzaamheid van Chinese acupunctuur en homeopathie zou zijn bewezen, terwijl er uit het omstreden proefschrift van de Gronings psychiater Hoenders werd geciteerd, Deze Hoenders organiseert nascholingscursussen waarin Boeddhistische lama’s optreden en evolutionaire voedingsleer wordt uitgedragen.
Ook stuurden wij hen de Vier Pijlers van de IM op, met als Pijler Vier de opsomming van werkzame behandelwijzen als Therapeutic Touch, Qi Gong, Reiki, chiropraxie en kruidengeneeskunde.
Het bestuur verwachtte dat er door dit trio per omgaande zou worden gereageerd in de vorm van dankzegging voor deze onthullingen over de ware aard van de AIM en met de mededeling dat men zich schielijk had teruggetrokken. Maar wat er ook aan mails binnenkwam, niets van Van Os en Van Schaardenburg en wel een merkwaardige reactie van Pijl, die zich verder in het bewijsmateriaal van de homeopathie zou gaan verdiepen en die al vast aan het bestuur zou vragen de agenda met homeopathische post-academische cursussen niet meer op te nemen in de nascholingsagenda van de AIM. Die agenda bevat nu alleen nog maar de opleidingsdagen tot ‘arts integratieve geneeskunde’.
Brieven aan drie decanen
Toen er op 10 januari 2019 nog geen reactie van de heren Van Os en Van Schaardenburg was ontvangen, toen besloot het bestuur zich te richten tot de respectieve decanen te Utrecht en Amsterdam. Dit was nu inmiddels toch wel Chefsache geworden. Een maand later bleek dat Pijl niet bereid was verder te gaan dan alleen de mededeling dat hij het als zijn taak zag kritisch toe te zien op de activiteiten van de AIM, maar zijn RvA-lidmaatschap handhaafde.
Toen richtten wij ons ook met eenzelfde brief tot de Leidse decaan. In die brieven drongen wij er bij de decanen op aan hun medewerkers te manen zich terug te trekken uit die AIM-RvA. De intellectuele status van de academische geneeskunde staat immers op het spel. Daarop toe te zien is bij uitstek een taak voor een decaan van een medische faculteit. Wij stelden in onze brieven dat hoogleraren uiteraard mogen profiteren van de academische vrijheid, maar dat er met het omhelzen van al die kwakzalverij een kritische grens was overschreden.
De antwoorden van de decanen
Van Os reageerde peracuut en ging zelfs zo ver dat hij onze brief aan waarnemend decaan Prakken integraal op zijn twitter-account plaatste en de VtdK van stalking beschuldigde. Hij daagde de VtdK uit tot een openbaar debat in De Balie te Amsterdam en vergeleek de denkwereld van de VtdK met die van de Scientology! Eerst na enig aandringen ontvingen wij een reactie van de Utrechtse decaan. De rol van Van Os binnen de RvA zou erin bestaan dat hij als kritische wetenschapper onderzoek naar evidence-based behandelingen wil stimuleren. De decaan vond dat bijzonder nuttig. Het zou daarbij om een maatschappelijk relevant onderwerp gaan. Voor verdere inhoudelijke discussie verwees Prakken ons naar Van Os zelf.
De reactie van Romijn, decaan van het AMC, was zo kort dat hij hier integraal wordt overgenomen: ‘Geachte collega, Ik dank u voor uw email. Ik heb een gesprek met de heer van Schaardenburg gehad, waarin wij hebben stilgestaan bij de wetenschappelijke normen en waarden van de UvA en het AMC, die door hem worden onderschreven. Met vriendelijke groeten, JA Romijn’. Hoe deze brief gelezen moet worden daarover ontstond in de boezem van het VtdK-bestuur discussie. Een deel vond de brief beledigend en schofferend, terwijl een ander deel meende dat Van Schaardenburg er toch wel van geschrokken zou zijn.
Uit Leiden kwam beging april het antwoord van decaan P.C.W. Hoogendoorn. In samenspraak met Pijl was besloten dat hij voorlopig lid kan blijven van de RvA. De volgende overwegingen speelden daarbij een rol. Pijl was lid geworden, omdat hij ervan overtuigd is dat complementaire interventies, naast reguliere, de gezondheid en het welbevinden van patiënten kunnen verbeteren. (…) De AIM verzorgt postacademisch onderwijs in integratieve geneeskunde. Als lid van de adviesraad kan collega Pijl de inhoud van het onderwijs door de Academy beïnvloeden. (…) Het was Hoogendoorn helder dat collega Pijl niet overtuigd is van de werkzaamheid van enkele van de geneeswijzen die deel uitmaken van het onderwijsaanbod. ‘Hij streeft er naar het onderwijs in die geneeswijzen uit het curriculum te schrappen, dan wel zo helder mogelijk te laten presenteren als het gaat om de geloofwaardigheid van de bewijsvoering. Dat is immers (ook) belangrijk voor accreditatie van de opleiding door de KNMG. U begrijpt hoop ik dat tijd nodig is om het een en ander te effectueren. Collega Pijl heeft mij verzekerd dat hij zijn positie zal heroverwegen als blijkt dat zijn inspanningen inde loop van dit jaar onvoldoende effect hebben’.
Conclusie
Het bestuur is diep teleurgesteld in de opstelling van de drie decanen. Men ziet onvoldoende in dat deze AIM alleen maar een vlaggenschip is voor kwakzalvende medici, die met dergelijke academische hoogleraren in de gelederen een sterke positie verkrijgen bij accreditatie-aanvragen (is al gebleken) en bij de zorgverzekeraars.
In plaats van kwakzalverij en pseudowetenschap in de geneeskunde – zij aan zij met de VtdK – te bestrijden wordt er door deze decanen een stap terug gezet en pleit men voor wetenschappelijk onderzoek van absurde behandelmethoden, waarvan er hierboven enkelen werden genoemd.
Zo lang er wetenschappelijk onderzoek geschiedt kan de kwakzalver zeggen dat het nog geen uitgemaakte zaak is en dat er straks best vanuit de alternatieve wereld aangetoond werkzame geneeswijzen kunnen worden opgenomen in de reguliere geneeskunde. Voorbeelden daarvan in de afgelopen 50 jaar zijn nauwelijks te geven. ZonMW is ook al lang opgehouden geld te betalen voor effectiviteitsonderzoek. En van een afkeer van alternatieve geneeskunde is ZonMw toch niet te beschuldigen.
Gerelateerde artikelen
Complementaire zorg: pas op voor een Paard van Troje!
artikelen - 17 mei 2024Is er een opmars gaande in de zogenaamde complementaire zorg? Een overzicht met achtergronden.
Lees meerMeester Kackadorisprijs voor hoofdofficier van justitie
artikelen - 30 september 2022Het OM gebruikte kwakzalvers als medisch deskundigen en krijgt hiervoor de Meester Kackadorisprijs 2022 van de vereniging.
Lees meerGebr. Bruinsma-erepenning 2022 toegekend aan Frits Abrahams
artikelen - 23 augustus 2022NRC-columnist Frits Abrahams heeft de erepenning van de Vereniging tegen de Kwakzalverij uitgereikt gekregen.
Lees meer