Door: Broer Scholtens en Freek van Sluijs | Geplaatst: 06 april 2024

Bioresonantie, goud en ozon in dierenpraktijk van Stefan Veenstra

Dierenpraktijk Natuurlijk Gezonde Dieren van Stefan Veenstra heeft kwakzalverij als bioresonantie, acupunctuur-goud en ozon in zijn behandelpakket. Niet conform de leer, vindt dierenartsvereniging KNMvD.

Bioresonantie, goud en ozon in dierenpraktijk van Stefan Veenstra

Foto: Diergeneeskunde Bron: Pixabay

Bioresonantie is ook de dierenkliniek binnengedrongen. Eind 2023 heeft de praktijk Natuurlijk Gezonde Dieren in Amsterdam een Biofilia aangeschaft, een ‘high end’ bioresonantieapparaat dat ‘automatisch balansen en disbalansen’ in het lichaam meet, lezen we op de website van de dierenpraktijk.

‘Een mooie extra tool in ons integratief centrum en veelbelovend, ook de Biofilia hebben we meegenomen in ons kortingsabonnement.’ Vooral honden kunnen er mee uit de voeten. Op de Facebook-bedrijfspagina staat een filmpje waarop een hond te zien is op schoot van een verzorgster, het dier heeft een elektrodenbandje om zijn buik dat is aangesloten op een laptop.

De bijbehorende uitleg staat op de website: ‘Zo gaat een Biofilia-sessie er ongeveer aan toe. Het systeem meet het hele lichaam door en laat zien welke frequenties uit balans zijn. Daarna kunnen helende/de juiste frequenties worden uitgezonden per orgaan. We herhalen de sessie een aantal keren zodat alles behandeld kan worden. We zien tot nu toe enorm goede resultaten!’

Op de laptop verschijnt na een piepje met enige regelmaat een nieuw orgaan. Kleuren geven aan of er iets mis is met het betreffende orgaan. De website meldt nog wat bioresonantie-logica: ‘Virussen, bacteriën en andere schadelijke organismen gaan op zoek naar cellen in het lichaam met een frequentie die hetzelfde resoneren als zij zelf.’

Biofilia

‘Energetische disbalans’, is de omschrijving van de Amsterdamse dierenpraktijk, een beschrijving die niet is terug te vinden in de reguliere studieboeken van de dierenarts. De dierenpraktijk Natuurlijk Gezonde Dieren behandelt/diagnosticeert met zijn Biofilia-apparaat honden, katten en paarden. Het apparaat is ook geschikt voor mensen, is te lezen op de website

Stefan Veenstra is in 2009 afgestudeerd aan de universiteit Utrecht en sindsdien eigenaar van het integratieve centrum in Amsterdam. De dierenpraktijk heeft een dependance in het Drentse Zwiggelte. Een fan van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) wees ons – gechoqueerd – in een e-mail op de dierenkliniek van Veenstra in Amsterdam waar naast bioresonantie meer kwakzalverij-activiteiten als goudtherapie worden ontplooid. De uitleg van het integratieve centrum luidt als volgt: ‘Wij integreren reguliere therapieën met andere, wetenschappelijk onderbouwde, behandelvormen. Dit heeft als doel de optimale gezondheid en genezing van uw huisdier te bereiken. In onze praktijk werken we vooral met de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCM), orthomoleculaire therapie en voeding. Daarnaast zijn wij continu in ontwikkeling en pionieren we met de meest innovatieve technieken binnen ons vakgebied.’

Het gaat in de kliniek om onnozele zaken als bloesemtherapie en om onbewezen alternatieve behandelingen als bloedzuigertherapie, vitamine-infusen en leven-bloed-analyse. Het nieuw binnengehaalde bioresonantie-apparaat valt blijkbaar in wat wordt genoemd de categorie ‘innovatief’. Het Amsterdamse bedrijf is een van de eerste dierencentra die dit Amerikaanse apparaat heeft aangeschaft. Er zijn twee kwak-behandelingen bij de kliniek die de kroon spannen, dierenarts Veenstra behandelt beide in artikelen op zijn website: goudacupunctuur (bij honden) en ozontherapie.

Goudacupunctuur

Veenstra timmert ermee aan de weg. Als je ‘goud’ en ‘acupunctuur’ intikt in de Google-zoekmachine verschijnen er enkele dierenpraktijken, het Amsterdamse integratieve centrum van Veenstra is de eerste, al dan niet dankzij betaling.

Goudacupunctuur werd in 1970 in de alternatieve diergeneeskunde geïntroduceerd. Goudacupunctuur, het eenmalig inbrengen van goudstukjes op acupunctuurpunten – met als achterliggende gedachte een permanente vorm van acupunctuur – zou artrose en ontstekingen remmen. Het is echter anekdotisch. In zijn artikelen suggereert Veenstra dat is aangetoond dat de betreffende behandelingen effectief zijn.

Een kijkje in PubMed levert echter geen wetenschappelijke onderzoeken op die zijn bewering onderbouwen. Er zijn weliswaar enkele artikelen over gepubliceerd maar die hebben een slechte onderzoeksopzet en leveren dus geen bewijs voor effectiviteit.

Het is eenzelfde laken een pak voor ozon-therapie waarover Veenstra ook een juichend artikel schreef, dat is terug te vinden op zijn website. PubMed levert  er enkele studies bij honden op maar dit betreft studies waarvan de resultaten niet zijn gepubliceerd. Enige klinische betekenis kan er niet aan worden ontleend.

Referenties

Als we Veenstra de vraag voorleggen waarom hij met zijn ozon- en goudtherapie afwijkt van de professionele standaard van zijn beroepsorganisatie KNMvD, de reguliere diergeneeskunde zoals onderwezen op de faculteit diergeneeskunde, komt hij met een lange lijst referenties die zijn gelijk zouden aantonen. Mopperend. ‘Ik vind het een beetje vreemd om verantwoording van mijn therapieën en de informatie op mijn website en centrum aan jullie te moeten geven’, schrijft hij.

De referentielijst van Veenstra over goudacupunctuur is langer dat wat wij op PubMed hebben gevonden. Dit komt omdat in zijn lijst ook verwijzingen staan die geen betrekking hebben op de klinische toepassing van goudkorrel-acupunctuurzoals in-vitrostudies over nanopartikels (die een factor 100.000 kleiner zijn dan de korrels die hij gebruikt) en studies uit een laag niveau van de bewijspiramide (slechte onderzoeksopzet, statistisch op het randje enzovoort). Aan biomedisch onderzoek moeten hoge eisen worden gesteld wat statistische bewijsvoering betreft. Dit geldt niet alleen voor reguliere (dier)geneeskunde maar ook voor alternatieve behandelingen. Daar komt bij dat therapieën als acupunctuur niet stroken met de hedendaagse kennis van anatomie en fysiologie.

In PubMed is slechts een beperkt aantal publicaties te vinden in wat wordt genoemd ‘niveau 2’ van de bewijspiramide, het laagste niveau dat nog kan gelden als bewijsvoering van werkzaamheid. Bovendien laten die niveau-2-studies wisselende resultaten zien. In slechts één onderzoek werd een significante verbetering gevonden van behandelde dieren, in vergelijking met placebo (Jaeger et al, Vet. Rec. 2006;1958:722-226). Het aantal dieren in deze studie is gering en de statistische opzet vertoont tekortkomingen (geen analyse van de statistische kracht, geen specificatie van de bèta-waarde).

Pijnreductie

Veenstra claimt op zijn website een hoge mate van pijnreductie. Hij stelt: ‘De resultaten van goudkorrelacupunctuur zijn erg goed. De pijnreductie bij de behandeling van de verschillende gewrichten ligt tussen de 90 en 95%’. Deze claim is gebaseerd op een publicatie van E. Schulze uit 2014. Dit betreft een voordracht op een congres, het is geen publicatie in een peer-reviewed tijdschrift en kan niet gelden als bewijs van werkzaamheid.

Kortom: Er is in de wetenschappelijke literatuur geen bewijs voor de werkzaamheid van goudkorrelacupunctuur bij honden met gewrichtsaandoeningen, de claim op Veenstra’s website is niet onderbouwd.

Dit geldt ook voor Veenstra’s observatie dat goudtherapie geen bijwerkingen heeft en dat de staafjes levenslang op dezelfde plaats blijven. Dit is twijfelachtig. Er zijn in de literatuur diverse gevallen gepubliceerd waarbij bij mensen ernstig onderhuidse ontstekingen ontstonden en een geval waarbij geïmplanteerd goud door het lichaam migreerde. Er is geen reden om aan te nemen dat dit bij honden niet kan gebeuren.

Niet evidence-based

Goudacupunctuur en ozontherapie vallen, net als de nog veel vreemdere behandelingen als bioresonantie, niet in de categorie evidence based veterinary medicine. Het is kwakzalverij die strijdig is met het standpunt van de dierenartsen-vereniging KNMvD die vindt ‘dat de reguliere diergeneeskunde zoals onderwezen op een faculteit diergeneeskunde, de standaardzorg is die een klant die van iedere dierenarts mag verwachten’, en dat dierenartsen die complementaire diergeneeskunde bedrijven ‘zich in de eerste plaats baseren op het best beschikbare wetenschappelijke bewijs’. Alternatieve behandelingen als acupunctuur, bioresonantie en ozontherapie komen niet voor in het curriculum van de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht, waar dierenarts Veenstra is opgeleid, en voor zijn alternatieve behandelingen is geen bewijs.

We hebben het concept van dit artikel per e-mail aan dierenarts Veenstra gestuurd en om commentaar gevraagd. Veenstra heeft niet gereageerd. Het conceptartikel over dierenarts S. Veenstra en zijn integratief diergeneeskundig centrum hebben we ook voorgelegd aan de KNMvD (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, de grootste beroepsorganisatie van dierenartsen. Wij hebben de voorzitter van de KNMvD, Sophie Deleu, de volgende vragen gesteld:

1) Vallen deze behandelingen naar uw oordeel onder de ‘professionele standaard’ die in het KNMvD-standpunt over alternatieve behandelwijzen wordt genoemd?

2) Kan de informatie die dierenarts Veenstra op de website geeft over de werkzaamheid worden gekwalificeerd als goede voorlichting?

3) In een publicatie op de website stelt collega Veenstra: ‘Doordat we gebruik maken van de zuiverste vorm van goud is er geen interactie met omliggend weefsel en een te verwaarlozen kans op een allergische reactie. Doordat er geen interactie met weefsel is, zullen de goudkorrels ook niet verplaatsen en de rest van het leven op exact dezelfde plek blijven.’ In de medische literatuur zijn echter rapporten te vinden van ernstige onderhuidse ontstekingsreacties en migratie van goudkorrels door het hele lichaam. Valt de publicatie van Veenstra onder het door u noodzakelijk geachte ‘goed uitleggen van de risico’s van de behandeling’?

Wij ontvingen het volgende antwoord van KNMvD-voorzitter Sophie Deleu: ‘In antwoord op uw vragen omtrent kwakzalverij in de diergeneeskunde en in het bijzonder met betrekking tot de vragen die u stelt naar aanleiding van de casus Veenstra, kunnen wij kort zijn. Het antwoord op de drie gestelde vragen is nee. Wij baseren ons daarbij op ons standpunt inzake alternatieve geneeswijzen. Wij hopen hiermee voldoende helder te hebben gemaakt hoe de KNMvD zich verhoudt tot alternatieve geneeswijzen in de diergeneeskunde.’

Dr.B. Scholtens, scheikundige, is webredacteur van het Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij en Prof. dr. F.J. van Sluijs is emeritus hoogleraar chirurgie van gezelschapsdieren en  lid van de adviesraad van het Nederlands Tijdschrift  tegen de Kwakzalverij.

Broer Scholtens en Freek van Sluijs

Gerelateerde artikelen

artikelen - 01 oktober 2024

Een folder voor de basisschool van acupuncturistenvereniging NVA waarin het woord wetenschap ontbreekt, geschreven door een astrologe. Kan het gekker?

artikelen - 26 september 2024

Buitenlandrubriek met o.a.: Australische media maken reclame voor onbewezen Autisme-behandelingen / Amerikaanse besmette homeopathische neusspray maar niet van markt gehaald

tijdschrift - 06 april 2024

Hoe de zorg voor diergezondheid verschilt van die voor volksgezondheid