Door: Martijn Coster | Geplaatst: 06 augustus 2024

Boekrecensie: Het befaamde Staphorster Boertje

Boekrecensie Het befaamde Staphorster Boertje: Wim Coster vindt dat een timmerman zonder medische scholing exorbitante winsten mag maken op beweerdelijk geneeskrachtige producten die niet alleen nutteloos zijn, maar ook gevaarlijk.

Boekrecensie: Het befaamde Staphorster Boertje

Foto: Omslag van Het befaamde Staphorster boertje

Het befaamde Staphorster Boertje van Wim Coster gaat voor twee derde over de timmerman Peter Stegeman (1840- 1922) die jaren lang zonder geneeskundige opleiding en, in het bezit van slechts enkele kruidenboeken, kruidenmiddelen en plantaardige geneesmiddelen  aan de man wist te brengen via zijn ‘zittingen’ waarbij hij onbevoegd de geneeskunde uitoefende. Hij verdiende daar zoveel geld mee dat hij een nieuw huis kon laten bouwen en twee van zijn zoons financieel kon bijstaan bij hun dreigende faillissement voor een bedrag dat omgerekend naar tegenwoordige maatstaven anderhalf miljoen euro zou zijn.

Het rijk geïllustreerde boek beschrijft dat hij vaak met justitie in aanraking kwam en vaak wegens gebrek aan bewijs werd vrijgesproken. Boetes (meestal voor het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde) voldeed hij prompt en met gemak en zag hij meer als reclame dan als straf. Twee beschreven zaken gaan over onjuist medisch handelen: de dood van een 16-jarig meisje en een verkeerd behandeld krom been. Het verdienmodel blijkt: eerst vraagt Peter Stegeman niets voor zijn hulp,  maar ‘wat men hem afzondert neemt hij dankbaar aan’ en ‘dat het Boertje beste zaken maakt is te begrijpen’. Er wordt  uitgebreid geschreven over het conflict met de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK), die hem 80 jaar na zijn dood op nr. 5 zette op de lijst van de Twintig Grootste Kwakzalvers van de 20ste Eeuw.

Het overige deel van het boek  gaat over de voortzetting van het bedrijf  onder de intussen gedeponeerde naam Staphorster Boertje door zoons, kleinzoons, broer en aangetrouwde familie.

Lubbert Slager

Opvallend is dat opvolger Lubbert Slager alle ‘eeuwenoude kennis en kunde’ van zijn voorgangers eenvoudigweg samenvat op een paar getikte A4-tjes. Het stelde dus toch niet zo veel voor, die ‘basis van duizenden jaren kruidengeneeskunde’. Verder toonde Tetje Stegeman-Bierma aan dat men zonder kennis van of affiniteit met de materie er toch een boterham mee kan verdienen.

Aan de ene kant verdedigt de schrijver zijn betovergrootvader door te stellen dat Peter Stegeman  ‘hart’ voor zijn werk zou hebben gehad, boeken over kruidkunde in huis had, werd gesteund door bijbelteksten en er wordt een aantal ‘frappante genezingen’ genoemd. Deze ‘genezingen’ die in het boek worden beschreven zijn allemaal van horen zeggen en verder niet gedocumenteerd.

Wim Coster gaat voorbij aan het gebrek aan kennis bij Peter Stegeman, zet geen vraagtekens bij de buitengewoon slordige manier van vervaardigen van zijn kruidenmiddelen (verslag undercover journalist, waarbij alleen rode terpentijn en ether werd aangetoond in het ‘medicijn’), de dubieuze bronnen van zijn kennis en bagatelliseert zijn vele contacten met justitie. Hij noemt wel zijn exorbitante financiële inkomsten ‘nodig voor de wetenschap’, terwijl er door Peter Stegeman helemaal geen wetenschap werd bedreven. Reguliere artsen zouden disfunctioneren, alternatieve genezers zouden meer charisma hebben en de genezing bevorderen door stimulatie van het zelfhelend vermogen en placebo-effecten, daar zouden ‘respectabele medici van kunnen leren’. Aldus Wim Coster, die overduidelijk sympathiseert met de beroemde kwakzalver.

Vereniging tegen de Kwakzalverij

Aan de andere kant haalt hij hard uit naar de tegenstanders van Peter Stegeman en dan vooral de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK). Na het vaststellen van de doelstelling van deze Vereniging  (‘Het bestrijden van het willens en wetens plegen van bedrog op geneeskundig gebied met geen ander doel dan om zichzelf te verrijken’) demoniseert hij de Vereniging als deze haar doelstelling blijkt na te streven. Op 15 verschillende manieren zet hij de Vereniging neer als een cynische, humorloze, bittere, bijtende, krijsende en haatdragende ‘spreeuwenwolk’:  allemaal uitlatingen die niet getuigen van een objectieve beoordeling.

Verder verwijt Wim Coster de Vereniging niet te willen samenwerken met kwakzalvers en verwijt hij de Vereniging dat ze niet goed op de hoogte was van het Staphorster Boertje in oorlogstijd vlak voor de door de bezetter gestopte activiteiten. Daarna noteert hij tevreden dat de VtdK in 1976 op sterven na dood was en geïsoleerd en gedesoriënteerd raakte om daarna te concluderen: ‘Nieuw offensief van VtdK zorgde voor meer naamsbekendheid van Peter Stegeman en voor Klazien uit Zalk’, ‘door alle acties van VtdK  meer publiciteit en blijvende faam voor Peter Stegeman’, ‘kwakzalvers danken hun voortbestaan aan hun tegenstanders en dan met name de VtdK.’

Coster roept op tot het ‘de kennis uit duizenden jaren mondiale geschiedenis  verbinden met de evidence based  westerse biomedische wetenschap’. Marcel De Cleene, hoogleraar plantkunde zou dat  het ‘kaf van het koren scheiden’ genoemd hebben en gewaarschuwd hebben het kind niet met het badwater weg te gooien. ‘Wellicht kunnen met de nieuwe technieken ook kwakzalvers worden onderscheiden van kruidendokters’.

Wat Wim over het hoofd ziet is dat er vanaf ca. 1875 steeds meer medische ontdekkingen zijn gedaan, waardoor oude inzichten verdrongen werden. Waar geen logische verklaring is en geen werking bij uitgebreid onderzoek kun je beter je onderzoek richten op waar wél vorderingen mee te maken zijn: het wegdoen van het kaf en het gebruiken van het koren. Het alsmaar door willen gaan met onderzoeken van nutteloze zaken die al onderzocht zijn (het ‘kaf’) is een verschijnsel dat we helaas tegenwoordig nog steeds veel tegen komen. De farmaceutische industrie heeft al lang ontdekt dat de zoektocht naar werkzame en bruikbare kruidenmiddelen nauwelijks iets heeft opgeleverd en dat er maar bitter weinig koren tussen het kaf is gevonden.

Conclusie

Wim Coster vindt dat een timmerman zonder medische scholing exorbitante winsten mag maken op beweerdelijk geneeskrachtige producten die niet alleen nutteloos zijn, maar ook gevaarlijk. De manier waarop de middelen werden samengesteld, vastgelegd door een undercover journalist, zou tegenwoordig niet goedgekeurd worden door de Keuringsdienst van Waren. 

Peter Stegeman beheerde een kleine bibliotheek, maar had geen flauw idee wat de middelen die hij verstrekte deden in het menselijk lichaam, wist niet wat de minimale dosis moest zijn, wist niet wat een gevaarlijke dosis was, wist niets over mogelijke vervuiling van zijn producten (tegenwoordige kruiden zijn vaak verontreinigd met kwik en lood), wist niets van mogelijke bijwerkingen, deed niet aan meten en wegen en deed geen nacontrole. Of Peter Stegeman écht op de hoogte was van de inhoud van zijn boeken is niet bekend, want hij heeft nooit een examen in de kruidkunde hoeven afleggen. Tussen de ‘behandelingen’ van Peter Stegeman en de ‘wondergenezingen’ is een causaal verband onwaarschijnlijk en dat verband is ook niet aangetoond. Het gevaar van overdosis, vergiftiging door onbekende bijproducten, bijwerkingen zoals allergieën (en daarbij geen kennis over hoe daar mee om te gaan) was niet denkbeeldig en een te lage dosis betekent géén effect.

Wim Coster, historicus en schrijver van dit boek (géén familie van recensent) heeft geprobeerd zijn betovergrootvader Peter Stegeman te rehabiliteren. Dat is hem niet gelukt. Objectiviteit blijkt Wim Coster vreemd. Tamelijk uniek in de geschiedenis is het dat het een kwakzalver is gelukt om ruim 100 jaar na zijn dood zijn eigen achterkleinzoon te misleiden. Gezonde scepsis, nodig voor betrouwbare wetenschap  is bij hem onvoldoende aanwezig, hetgeen dodelijk  is voor een historicus. De enige bladzijde in het boek die informatie geeft over de ware beweegreden van de kwakzalver: zijn medemens met leugens geld afhandig maken  (blz. 120). Mijn slotzin voor dit boek komt van Petronius: Mundus vult decipi, ergo decipiatur  (De wereld wil bedrogen worden, dus wordt zij bedrogen).

Het befaamde Staphorster Boertje. Over kwakzalvers, kooplieden en kruidendokters. W Books, ISBN 9789462585850, 24,95

Martijn Coster is bestuurslid van de Vereniging tegen de Kwakzalverij en huisarts niet praktiserend.

Martijn Coster

Gerelateerde artikelen

tijdschrift - 05 augustus 2024

Lees het NTtdK 2024, nr 2 met onder meer: medische astrologie en de rechtsgang in de 18e eeuw, het Staphorster Boertje en meer.

tijdschrift - 15 januari 2024

Lees het NTtdK 2023, nr 3 integraal, met oa: alles over het afgelopen jaarsymposium, boekrecensies en meer.

artikelen - 13 maart 2018

Het boek 'Healing en alternatief genezen' van Peter Jan Margry is volgens een kritische recensie in Skepter een dubbelhartig boek.